ECLI:NL:RBDHA:2025:20923

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
17 september 2025
Publicatiedatum
7 november 2025
Zaaknummer
11440422 MB VERZ 24-22565
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 17 september 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de kentekenhouder van een voertuig. De sanctie was opgelegd omdat de bestuurder van het voertuig op 4 januari 2024 een mobiel elektronisch apparaat vasthield tijdens het rijden. De betrokkene, die de kentekenhouder is, ontkende dat zij de bestuurder was en stelde dat haar neefje het voertuig bestuurde. De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft ter zitting het beroep ongegrond verklaard, waarbij hij de gedetailleerde verklaring van de verbalisant als betrouwbaar beschouwde. De kantonrechter oordeelde dat er geen reden was om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant, die op ambtseed was afgelegd. De kantonrechter benadrukte dat volgens artikel 5 van de WAHV de sanctie aan de kentekenhouder kan worden opgelegd indien niet onmiddellijk kan worden vastgesteld wie de bestuurder was. De kantonrechter verklaarde het beroep ongegrond en legde de boete van € 389,00 op, zonder bijzondere omstandigheden die tot matiging van de boete zouden leiden. De uitspraak werd gedaan door mr. G.H.M. Smelt, bijgestaan door griffier D.C. Carsten.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Zittingsplaats Gouda
CJIB-nummer: 263577835
Registratienummer team straf: 11440422 MB VERZ 24-22565
Uitspraakdatum : 17 september 2025
Beslissing van de kantonrechter, tevens houdende het opgemaakte proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
[betrokkene]
wonende dan wel gevestigd te: [postcode] [woonplaats]
[adres] , nader ook te noemen: betrokkene.

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 17 september 2025. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is samen met [naam] (de bestuurder), ter zitting verschenen.
De kantonrechter deelt betrokkene mee niet tot antwoorden verplicht te zijn.

Overwegingen

Verkeersboete
Het gaat om een bedrag van € 389,00 (inclusief administratiekosten) wegens als bestuurder tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat vasthouden op 4 januari 2024.
Beroepsgronden en standpunten
De beroepsgronden houden in de kern het volgende in. Betrokkene ontkent en stelt dat haar neefje degene was die het voertuig bestuurde. De politieagent stelt dat de betrokkene vrouwelijk was dus dat klopt niet. Ook staat er in het zaakoverzicht vermeld dat “betrokkene de mobiele telefoon vast hield”, en ook dat klopt niet omdat betrokkene niet de bestuurder was. Om die reden zou de boete vernietigd moeten worden. Voorts heeft de bestuurder, het neefje van betrokkene, helemaal geen mobiele telefoon vastgehouden want deze was bevestigd aan een magneet op het dashboard, aldus betrokkene.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft ter zitting voorgesteld het beroep ongegrond te verklaren. Er is geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. Iedereen reed op dat moment stapvoets. Betrokkene heeft aangekaart dat er verwarring is ontstaan door enkele zinnen in het zaakoverzicht. Er zijn echter geen fouten gemaakt in het zaakoverzicht. Wanneer er wordt verwezen naar de betrokkene, dan kijkt de politie in het kentekenregister om te zien op wiens naam het voertuig staat en dat is in dit geval een vrouw, aldus de vertegenwoordiger.
Oordeel
Het beroep is ongegrond.
Daartoe overweegt de kantonrechter het volgende.
De kantonrechter heeft geen reden om te twijfelen aan de gedetailleerde verklaring van de verbalisant in het zaakoverzicht, dat op ambtseed is opgemaakt. Op basis van die verklaring staat vast dat de bestuurder van de auto van betrokkene tijdens het rijden een telefoon in de rechterhand ter hoogte van het bovenlichaam heeft vastgehouden. Daarmee staat de overtreding vast.
Ingevolge artikel 5 van de WAHV wordt de sanctie opgelegd aan de kentekenhouder indien niet aanstonds is vastgesteld wie de bestuurder is van het voertuig waarmee de gedraging is begaan. In deze zaak kon de verbalisant niet onmiddellijk vaststellen wie de bestuurder van het voertuig was en is de administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene als kentekenhouder. Daarbij is niet van belang of betrokkene zelf ter plaatse was ten tijde van de gedraging. De mededeling van de verbalisant: “De betrokkene is van het vrouwelijk geslacht” slaat op de kentekenhouder die als betrokkene aansprakelijk is voor de overtreding. Aan de concrete en specifiek beschreven waarneming verandert dat niets.
De kantonrechter ziet ook geen bijzondere omstandigheden die tot matiging van de boete dienen te leiden.

Beslissing

De kantonrechter:
- verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.H.M. Smelt, kantonrechter, bijgestaan door
D.C. Carsten, griffier en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve sanctie meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Den Haag, Team Straf en dient door degene die het beroep heeft ingesteld of door zijn gemachtigde te zijn ondertekend.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.