ECLI:NL:RBDHA:2025:20912
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk wegens niet-betaling griffierecht
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 4 november 2025 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening van de verzoeker, die in Nederland het beroep tegen een besluit van de Minister van Asiel en Migratie wilde afwachten. De voorzieningenrechter heeft echter vastgesteld dat de verzoeker het griffierecht niet heeft betaald, wat volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een vereiste is voor de behandeling van het verzoek. De indiener van een verzoek om voorlopige voorziening moet het griffierecht betalen, en de griffier stelt een termijn waarbinnen dit moet gebeuren. In dit geval heeft de verzoeker geen griffierecht betaald en ook geen geldige reden gegeven voor het verzuim. Hierdoor kon de voorzieningenrechter het verzoek niet inhoudelijk behandelen en heeft hij het verzoek niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is openbaar gemaakt op dezelfde dag, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.