In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (Uwv) op haar bezwaar tegen een besluit van 20 december 2023, waarin haar een loongerelateerde uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) was toegekend. Eiseres heeft op 27 januari 2024 bezwaar gemaakt, maar het Uwv heeft niet tijdig op dit bezwaar beslist. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat het beroep gegrond is. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen negen weken na de uitspraak alsnog een beslissing op bezwaar bekend te maken. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van het betaalde griffierecht en de proceskosten zijn vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is gedaan zonder zitting, omdat het beroep kennelijk gegrond was.