Op 7 november 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen Luba Uitzendburo B.V. en de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (Uwv). Eiseres, Luba Uitzendburo B.V., had beroep ingesteld wegens het uitblijven van een beslissing op een herbeoordelingsverzoek van een WIA-uitkering voor een (ex-)werknemer. De rechtbank oordeelde dat de termijn voor het nemen van een beslissing door het Uwv was overschreden. Eiseres had het Uwv op 23 april 2025 in gebreke gesteld, maar er was geen beslissing genomen. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond en bepaalde dat het Uwv binnen negen weken na de uitspraak een besluit moest nemen. Tevens werd een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn werd overschreden, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank veroordeelde het Uwv ook tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiseres. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor het Uwv om tijdig te beslissen, vooral in gevallen waar medische beoordelingen vereist zijn, en erkent de structurele problemen met capaciteitsgebrek aan verzekeringsartsen.