Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 oktober 2025 op het verzet van
[opposant] , opposant,
Overwegingen
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 16 oktober 2025.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 16 oktober 2025 uitspraak gedaan op het verzet van de opposant tegen een eerdere uitspraak van 30 mei 2025, waarin het beroep van de opposant tegen een besluit van de minister van Buitenlandse Zaken van 6 maart 2024 niet-ontvankelijk was verklaard. De rechtbank had destijds geoordeeld dat het beroep te laat was ingediend en dat de opposant geen geldige reden had opgegeven voor de termijnoverschrijding. De opposant ging in verzet en voerde aan dat de post, verzonden door PostNL, te laat was bezorgd, wat de reden voor de termijnoverschrijding zou verklaren. De rechtbank heeft in deze uitspraak vastgesteld dat de opposant inderdaad een verschoonbare reden had voor de termijnoverschrijding, omdat de envelop met de beschikking van 6 maart 2024 niet op tijd was bezorgd. De rechtbank concludeerde dat de eerdere uitspraak van 30 mei 2025 ten onrechte niet-ontvankelijk was verklaard en verklaarde het verzet gegrond. De rechtbank hervat het onderzoek in de stand waarin het zich bevond voordat de eerdere uitspraak werd gedaan. De beslissing over de proceskosten wordt uitgesteld tot de einduitspraak over het beroep.