4.1.Verweerder vindt eisers identiteit niet geloofwaardig, omdat eiser onvoldoende documenten heeft gegeven en daar geen goede verklaring voor heeft. Ook vormen zijn verklaringen geen samenhangend en aannemelijk geheel, omdat hij meerdere aliassen heeft opgegeven. Ook beschouwt verweerder eiser in grote lijnen niet als geloofwaardig.Verweerder vindt eisers nationaliteit en herkomst wel geloofwaardig. Verweerder vindt verder dat eiser geen gegronde vrees voor vervolging heeft en geen reëel risico loopt op ernstige schade als bedoeld in artikel 3 van het EVRM.Verweerder heeft een terugkeerbesluit opgelegd waarin staat dat eiser onmiddellijk moet terugkeren naar Algerije of Libië. Ook heeft verweerder een inreisverbod voor de duur van twee jaar opgelegd. De aanvraag is bovendien als kennelijk ongegrond afgewezen, omdat eiser alleen aangelegenheden heeft aangevoerd die niet relevant zijn en hij zijn identiteits- of reisdocument heeft vernietigd of weggemaakt.
Wat vindt eiser in beroep?
5. Eiser is het niet eens met het bestreden besluit en voert – kort samengevat – het volgende aan. Allereerst voert eiser aan dat er sprake is van een combinatie van factoren die maken dat hij een reëel risico loopt op ernstige schade als bedoeld in artikel 3 van het EVRM bij een gedwongen uitzetting naar Algerije of Libië. Zo kan hij in beide landen geen adequate medische zorg krijgen en vreest hij in Algerije voor eerwraak en discriminatie omdat hij Amazigh is. Eiser benadrukt in de beroepsgronden dat hij tijd nodig heeft om documenten aan te leveren ter ondersteuning van zijn asielaanvraag. Daarnaast vindt eiser dat verweerder geen terugkeerbesluit en inreisverbod mocht opleggen, omdat Algerije en Libië geen veilige landen van herkomst zijn. Ook is eiser van mening dat zijn asielaanvraag integraal en ex-nunc moet worden beoordeeld. Tot slot is eiser het er niet mee eens dat zijn aanvraag is afgewezen als kennelijk ongegrond, nu hij heeft verklaard dat zijn werkelijke naam [naam] is.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
6. De rechtbank beoordeelt of verweerder eisers asielaanvraag kon afwijzen als kennelijk ongegrond. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiser. De rechtbank is van oordeel dat het beroep ongegrond is. Dit betekent dat eiser geen gelijk krijgt. Hieronder legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel is gekomen.
Mocht verweerder vinden dat eiser bij terugkeer geen reëel risico loopt op ernstige schade als bedoeld in artikel 3 van het EVRM?
7. Verweerder heeft zich naar het oordeel van de rechtbank op het standpunt kunnen stellen dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij bij een terugkeer naar Algerije of Libië een reëel risico loopt op ernstige schade. Daarbij mocht verweerder betrekken dat hetgeen eiser heeft aangevoerd tijdens het nader gehoor geen raakvlakken heeft met artikel 3 van het EVRM. Eiser voert in de beroepsgronden aan dat hij in beide landen geen adequate zorg kan krijgen. Ook voert hij aan dat hij in Algerije vreest voor eerwraak en discriminatie. Eiser heeft dit niet eerder verklaard, terwijl hij tijdens het nader gehoor is bevraagd over zijn huwelijk en etniciteit. Daarnaast is expliciet aan eiser gevraagd of er, naast de medische redenen, nog andere redenen zijn voor zijn vertrek uit Algerije. Eiser antwoordt hier ontkennend op. Desgevraagd geeft hij ook aan dat er niets met hem zal gebeuren als hij terugkeert naar Algerije.Het had volgens de rechtbank op de weg van eiser gelegen om zijn vrees voor een behandeling in strijd met artikel 3 van het EVRM tijdens het gehoor, de correcties en aanvullingen of de zienswijze kenbaar te maken. Dat eiser dit niet heeft gedaan, komt voor eigen rekening. Daar komt bij dat eiser zijn stelling niet heeft geconcretiseerd. Eisers betoog dat hij tijd nodig heeft om documenten aan te leveren die zijn asielaanvraag ondersteunen, leidt niet tot een ander oordeel. Eiser is er tijdens het nader gehoor meerdere malen op gewezen dat het belangrijk is dat hij zo spoedig mogelijk documenten overlegt ter onderbouwing van zijn asielaanvraag.Niet is gebleken dat eiser inspanningen heeft verricht om aan dergelijke documenten te komen. Bovendien legt eiser niet uit welke documenten hij precies wil overleggen ter ondersteuning van zijn asielaanvraag en waarom het hem nog niet is gelukt om deze te overleggen.
Mocht verweerder eisers aanvraag afwijzen als kennelijk ongegrond?
8. Eisers betoog dat verweerder de asielaanvraag niet mocht afwijzen als kennelijk ongegrond, slaagt niet. Een asielaanvraag kan onder meer worden afgewezen als kennelijk ongegrond als de vreemdeling alleen aangelegenheden aan de orde heeft gesteld die niet ter zake doen met betrekking tot de vraag of hij in aanmerking komt voor een asielvergunning en als de vreemdeling waarschijnlijk, te kwader trouw, een identiteits- of reisdocument heeft vernietigd of zich daarvan heeft ontdaan. Nu verweerder zich op het standpunt heeft kunnen stellen dat eiser enkel een asielaanvraag heeft ingediend vanwege medische omstandigheden en eiser zijn paspoort bewust heeft vernietigd of weggemaakt, heeft hij eisers aanvraag kunnen afwijzen als kennelijk ongegrond. Dat eiser heeft verklaard dat zijn werkelijke naam [naam] is, doet hier niet aan af.
Mocht verweerder een terugkeerbesluit en inreisverbod opleggen?
9. Eisers betoog dat verweerder hem geen terugkeerbesluit en inreisverbod mocht opleggen, slaagt niet. Zoals hiervoor is overwogen, mocht verweerder eisers asielaanvraag afwijzen als kennelijk ongegrond. Verweerder was daarom bevoegd om eiser een terugkeerbesluit zonder vertrektermijn op te leggenen gehouden om een inreisverbod uit te vaardigen.In eisers stelling dat Egypte en Libië niet op de lijst van veilige landen van herkomst staan, hoeft verweerder geen aanleiding te zien om af te zien van het opleggen van een terugkeerbesluit en inreisverbod.