Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser,
Procesverloop
Overwegingen
Is er een correcte ingebrekestelling en is het beroep meer dan twee weken later ingesteld?
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
Op 4 november 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak betreffende een asielaanvraag. Eiser, vertegenwoordigd door mr. M.S. Yap, heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag. De rechtbank constateert dat er sprake is van bijzondere omstandigheden, waaronder achterstanden in de behandeling van asielaanvragen. De rechtbank oordeelt dat een nadere beslistermijn tot uiterlijk 6 december 2025 redelijk is, waarbij zowel het belang van de verweerder om zorgvuldig te beslissen als het belang van de eiser om snel duidelijkheid te krijgen in acht worden genomen. De rechtbank stelt dat de uiterste termijn van 21 maanden, zoals genoemd in artikel 31, vijfde lid, van de Procedurerichtlijn, niet wordt overschreden.
De rechtbank verklaart het beroep gegrond en draagt de verweerder op om uiterlijk op 6 december 2025 een besluit bekend te maken. Tevens wordt er een dwangsom van € 100 per dag opgelegd voor elke dag dat de verweerder de termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000. De proceskosten van eiser worden vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is gedaan zonder zitting en openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie. De rechtbank verwijst naar de bijlage voor het wettelijk kader en de overwegingen die aan de uitspraak ten grondslag liggen.