De minister heeft echter onvoldoende onderbouwd dat eiseres in Nederland voor haar dochter zorgt en dat er geen aanknopingspunten zijn dat zij in India niet in de levensbehoeften van haar dochter zal kunnen voorzien.
Uit het door eiseres genoemde medisch advies van het BMA van 9 december 2024 volgt namelijk dat eiseres bekend is met PTSS en een ernstige postnatale depressie. De PTSS klachten van eiseres bestaan uit nachtmerries, herbelevingen/intrusies, slaapdeprivatie (slaaptekort), hyperarousal (overmatige alertheid), vermijding, wantrouwen en vervreemding, aldus de verkregen informatie. De depressieve klachten bestaan uit nihilisme/verminderde zelfwaardering, somberheid, verminderde eetlust, toegenomen schuldgevoel, een verstoord oordeelsvermogen, concentratie- en inprentingsproblemen.
Uit het advies volgt verder dat eiseres voor haar psychische klachten onder behandeling staat van GGNet Winterswijk (met als regiebehandelaar een verpleegkundig specialist GGZ). De behandeling heeft onder andere bestaan uit EMDR, maar deze is afgebroken omdat de herinneringen leidden tot een decompensatie. De huidige behandeling richt zich op het voorkomen van (psychische) decompensatie via gesprekken, cognitieve gedragstherapie, beschikbaarheid en medicatie. Kort voor het uitbrengen van dat advies was extra ondersteuning ingezet in de vorm van een orthopedagoge die verbonden is aan het team interculturalisatie van GGNet om eiseres te begeleiden in haar moederrol zodat haar dochter zich zo gezond mogelijk kan ontwikkelen. De behandeling van de psychische klachten is van tijdelijke aard. Volgens de BMA-arts duurt behandeling van PTSS en een depressie doorgaans één tot twee jaar. Bij blijvende onzekerheid over de verblijfsstatus kan dat langer duren.
De arts heeft ook overwogen dat bij uitblijven van de behandeling door GGNet, de psychische klachten verder kunnen toenemen waardoor de zorg voor haar kind in het gedrang kan komen. Het is niet de verwachting dat er een voor eiseres zelf levensbedreigende situatie of crisissituatie zal ontstaan waarvoor een gedwongen opname noodzakelijk is.
Om die reden heeft de BMA-arts geconcludeerd dat het, gelet op de huidige medische inzichten, niet de verwachting is dat bij het uitblijven van de behandelingen voor de psychische klachten een medische noodsituatie zal ontstaan binnen een indicatieve termijn van 3 tot 6 maanden. Wel is de verwachting is dat de zorg voor haar dochtertje in gevaar kan komen omdat eiseres die zorg zonder begeleiding vooralsnog niet optimaal kan bieden gezien het inschakelen van een orthopedagoge. Als gevolg van haar (begrijpelijke) angst is zij overbezorgd, aldus de behandelaar.
In het kader van de vraag of eiseres kan reizen heeft de BMA-arts overwogen dat gezien de over bezorgdheid van eiseres in relatie tot de opvoeding van haar kind, een fysieke overdracht aan een deskundige mantelzorger of een psycholoog/orthopedagoog/psychiater in het land van herkomst/verwijdering gewenst is. Deze kan de gezondheidstoestand van moeder en kind bij aankomst beoordelen en hier indien nodig naar handelen. Als voorbeeld van een instelling waar deze behandeling mogelijk is noemt de BMA-arts het ‘Institute of Human Behaviour and Allied Sciences (IHBAS)’.
Bij de ‘land gebonden’ vragen naar de beschikbaarheid van de vereiste zorg in India heeft de BMA-arts aangegeven dat deze vragen niet van toepassing zijn voor de beschreven klachten.