Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[verzoeker], verzoeker
de minister van Asiel en Migratie, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
€ 453,50 (vierhonderddrieënvijftig euro en vijftig cent).
Rechtbank Den Haag
Op 4 juli 2025 heeft verzoeker beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn mvv-aanvraag. De minister van Asiel en Migratie, verweerder, heeft op 22 oktober 2025 deze aanvraag ingewilligd. Verzoeker heeft vervolgens het beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Awb uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank overweegt dat de veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb. Aangezien verweerder niet binnen de geldende termijn op de aanvraag heeft beslist en de aanvraag hangende het beroep heeft ingewilligd, is verweerder geheel tegemoetgekomen aan het beroep van verzoeker. Het verzoek om proceskostenvergoeding wordt dan ook als kennelijk gegrond toegewezen.
De rechtbank stelt de proceskosten op € 453,50, gebaseerd op de door een derde verleende rechtsbijstand. De rechtbank past de wegingsfactor 'licht' toe, omdat het beroep enkel betrekking had op het niet tijdig nemen van een besluit. Daarnaast wijst de rechtbank erop dat verweerder verplicht is het door verzoeker betaalde griffierecht van € 194 te vergoeden.
De uitspraak is gedaan op 4 november 2025 door mr. M.L. Weerkamp, rechter, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie. Partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met deze uitspraak.