ECLI:NL:RBDHA:2025:20485

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
4 november 2025
Publicatiedatum
5 november 2025
Zaaknummer
NL24.31523 en NL24.31525
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van verzoeken om voorlopige voorziening in asielzaken met proceskostenveroordeling

Op 4 november 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaken NL24.31523 en NL24.31525, waarin verzoekers, van Azerbeidzjaanse nationaliteit, een voorlopige voorziening vroegen na afwijzing van hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel door de minister voor Asiel en Veiligheid. De minister had de aanvragen op 2 augustus 2024 afgewezen als kennelijk ongegrond. Verzoekers hebben beroep ingesteld tegen deze besluiten en vroegen de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting zijn verzoekers en hun gemachtigde niet verschenen, terwijl de minister vertegenwoordigd was door zijn gemachtigde. De voorzieningenrechter heeft in een eerdere uitspraak de beroepen in de bodemzaken gegrond verklaard en de bestreden besluiten vernietigd, maar de rechtsgevolgen van deze besluiten in stand gelaten. Hierdoor was een voorlopige voorziening niet meer nodig, en heeft de voorzieningenrechter de verzoeken om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens heeft de voorzieningenrechter de minister veroordeeld in de proceskosten van verzoekers, vastgesteld op € 907,- voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummers: NL24.31523 en NL24.31525

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[naam] , verzoeker,

geboren op [geboortedatum] ,
V-nummer: [nummer] ,

[naam] verzoekster,

geboren op [geboortedatum] ,
V-nummer: [nummer] ,
Mede namens de minderjarige kinderen:

[naam] ,

V-nummer: [nummer] ,
geboren op [geboortedatum] ,

[naam] ,

V-nummer: [nummer]
Geboren op [geboortedatum] ,

[naam] ,

V-nummer: [nummer] ,
geboren op [geboortedatum] ,
Allen van Azerbeidjzaanse nationaliteit,
(gemachtigde: mr. G.J. van Kammen),
en

de minister voor Asiel en Veiligheid,

(gemachtigde: mr. D.L. Boer).

Inleiding

1. Bij besluiten van 2 augustus 2024 (de bestreden besluiten) heeft de minister de aanvragen van verzoekers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen als kennelijk ongegrond.
1.1
Verzoekers hebben tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
1.2.
De voorzieningenrechter heeft de verzoeken, tezamen met de behandeling van de beroepen (NL24.31522 en NL24.31524) op zitting behandeld. Verzoekers en hun gemachtigde zijn, zonder kennisgeving, niet verschenen. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummers NL24.31522 en 24.31524, heeft de rechtbank de beroepen in de bodemzaken gegrond verklaard en de bestreden besluiten vernietigd, maar de rechtsgevolgen van de vernietigde besluiten in stand gelaten. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om die reden af.
3. Gelet op de uitkomst van de bodemzaak veroordeelt de voorzieningenrechter de minister wel in de door verzoekers gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 907,- (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift met een waarde per punt van € 907,- en een wegingsfactor 1).

Beslissing

De voorzieningenrechter:
-wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af;
-veroordeelt de minister in de proceskosten van verzoekers tot een bedrag van € 907,-
Deze uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. F. Aissa, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
Uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.