ECLI:NL:RBDHA:2025:20482

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 september 2025
Publicatiedatum
4 november 2025
Zaaknummer
09-334682-24
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Rechters
  • Kantonrechter
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Seksuele intimidatie in pashokje met indringende benadering

Op 8 september 2025 vond de terechtzitting plaats in de Rechtbank Den Haag, waar de kantonrechter zich boog over de zaak van een verdachte die beschuldigd werd van seksuele intimidatie. De tenlastelegging betrof een incident dat plaatsvond op 22 augustus 2024, waarbij de verdachte in een pashokje in een winkel in 's-Gravenhage een vrouw indringend seksueel benaderde. De vrouw, aangeduid als [aangeefster], verklaarde dat de verdachte tweemaal het gordijn van haar pashokje opende terwijl zij zich grotendeels ontkleed bevond. De verdachte keek naar haar lichaam, wat leidde tot gevoelens van vernedering en onveiligheid bij de vrouw. Tijdens de zitting werd de verklaring van de aangeefster als betrouwbaar beschouwd, en de kantonrechter oordeelde dat de verdachte op basis van zijn eigen verklaring niet geloofwaardig was. De kantonrechter concludeerde dat de handelingen van de verdachte voldeden aan de criteria voor seksuele intimidatie zoals vastgelegd in artikel 429ter van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte werd schuldig bevonden aan het indringend seksueel benaderen van de vrouw in een openbare ruimte, wat leidde tot een veroordeling tot een voorwaardelijke geldboete van € 200,00 met een proeftijd van twee jaar. De kantonrechter benadrukte de ernst van de zaak en de impact op de aangeefster, en stelde dat de verdachte zich in het openbaar seksueel intimiderend had gedragen. De uitspraak werd vastgelegd in een proces-verbaal, dat door de kantonrechter en de griffier werd ondertekend.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Strafrecht
Kantonrechter
Parketnummer: 09.334682.24

Proces-verbaal van de terechtzitting met aantekening mondeling vonnis

Proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van de kantonrechter in bovengenoemde rechtbank op 8 september 2025.
(…)

Aantekening van het mondeling vonnis

De inhoud van de tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 22 augustus 2024 te 's-Gravenhage
in het openbaar
een ander, te weten [aangeefster]
indringend seksueel heeft benaderd, door middel van een of meer
opmerkingen, gebaren, geluiden en/of aanrakingen op een wijze die
vreesaanjagend, vernederend, kwetsend en/of onterend was te achten, door
(twee maal) het gordijn van het pashokje waarin die [aangeefster] zich
(grotendeels ontkleed) bevond, te openen en die [aangeefster] aan te kijken
en/of naar haar lichaam te kijken.

Gebruikte bewijsmiddelen

Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500-2023269552, van de politie eenheid Den Haag, (doorgenummerd pagina 1 t/m 28).
De kantonrechter gebruikt de volgende bewijsmiddelen:
1.
het proces-verbaal van aangifte van [aangeefster] , opgemaakt op 22 augustus 2024, voor zover inhoudende (p. 5 en 6):
Ik doe aangifte van seksuele intimidatie. Ik heb niemand het recht of toestemming gegeven om mij seksueel te intimideren. Op 22 augustus 2024 was ik rond kwart over twee kleding aan het passen in de pashokjes van de Bershka in Den Haag. Op het moment dat ik mijn kleding aan het passen was zag ik via de spiegel dat een man mijn gordijn opzij schoof. Op dat moment had ik alleen mijn onderbroek aan en trok ik net een hemdje omhoog over mijn borsten. Mijn borsten waren half bloot. Ik had ook geen bh aan op dat moment. Ik draaide met mijn hoofd naar de man toe en hield mijn armen voor mijn borsten.
De man bleef ongeveer 10 seconden naar mij kijken. Ik voelde mij totaal niet prettig en bekeken bij het feit dat hij zo lang bleef staan. Op het moment dat ik mijn hemdje probeerde uit te doen zag ik weer via de spiegel dat dezelfde man als hiervoor mijn gordijn open maakte. Ik dacht dat de eerste keer wellicht een ongeluk was, maar bij de tweede keer wist ik dat hij het expres deed. Ik zag dat de man naar mijn bovenlichaam keek. De man liet vervolgens het gordijn weer los. Ik voelde mij in eerste instantie vernederd en onveilig, ik stond daar bloot en was kwetsbaar. Ik had niemand toestemming gegeven om mij op dat moment zo te zien. Het was onterend om tegen mijn wil als seksueel lustobject zo bekeken te worden. Het feit ook dat de man lang bleef staan staren maakte dat ik mij zo voelde. De man deed dit zelfs twee keer.
2.
het proces-verbaal van verhoor van verdachte, opgemaakt op 22 augustus 2024, voor zover inhoudende (p. 25):
V: Hoe zie jij of pashokjes bezet zijn?
A: Dat ze dicht zijn.
V: Hoeveel pashokjes waren er nog beschikbaar?
A: Ik weet het niet maar er waren wel kamers beschikbaar.
V: Je zei net dat je wist dat pashokjes bezet waren als ze dicht waren, waarom deed
je alsnog het gordijn open als je wist dat deze dan bezet was?
A: Er waren ook lege hokjes, gordijnen waren dicht, die waren leeg, er waren ook een
paar open. Dus ik deed er gewoon een open.
V: Volgens de aangifte heb jij ongeveer 10 seconden naar de vrouw in het pashokje
gekeken, waarom deed jij dit?
A: Ik weet het niet. Ik had geen bedoelingen om haar bang te maken. Ik deed dit per
ongeluk.
V: Maar klopt het dat je niet direct het gordijn hebt dichtgedaan?
A: De eerste keer deed ik het meteen dicht en zei ik sorry. De tweede keer heb ik
gekeken.
V: Dus als ik het goed begrijp deed je het de eerste keer per ongeluk en de tweede
keer expres?
A: De eerste keer heb ik een beetje gekeken en de tweede keer heb ik ook een beetje
gekeken.

Bewijsoverwegingen

De kantonrechter stelt voorop dat wordt uitgegaan van de verklaring van mevrouw [aangeefster] . Die verklaring is betrouwbaar. Haar aangifte is gedetailleerd en wordt op belangrijke onderdelen ondersteund door de eigen verklaring van de verdachte.
De kantonrechter stelt vast dat de verdachte tweemaal het gordijn van het pashokje waarin mevrouw [aangeefster] zich bevond heeft geopend. De kantonrechter stelt eveneens vast dat de verdachte toen enige tijd naar haar lichaam heeft gekeken, terwijl zij op dat moment grotendeels ontkleed was. Zij droeg alleen een onderbroek en was bezig een hemdje aan en uit te trekken.
De verdachte verklaart dat hij het gordijn per ongeluk heeft geopend, maar de kantonrechter acht dit ongeloofwaardig. De verdachte heeft het gordijn niet één, maar twee keer geopend.
Na de eerste keer had hij, mede gelet op de verklaring van mevrouw [aangeefster] , moeten zien dat er iemand in het pashokje stond en dat het dus geen leeg pashokje was waarin hij kleding zou kunnen passen. Toch heeft de verdachte het gordijn enkele seconden daarna opnieuw opengetrokken. Bovendien heeft de verdachte bij de politie verklaard dat er ook pashokjes waren waarbij het gordijn niet dicht was.
In artikel 429ter Sr is seksuele intimidatie in het openbaar strafbaar gesteld. Voor seksuele intimidatie, zoals ten laste is gelegd, is vereist dat sprake is van een indringende, seksuele benadering door middel van opmerkingen, gebaren, geluiden of aanrakingen, op een wijze die vreesaanjagend, vernederend, kwetsend of onterend is te achten in het openbaar.
Aan het bestanddeel “In het openbaar” is voldaan. Pashokjes in een winkel zijn voor iedereen toegankelijk en daarmee openbaar. Uit de memorie van toelichting bij het betreffende wetsartikel volgt eveneens dat een winkel als openbaar wordt beschouwd.
De kantonrechter overweegt dat ook aan de andere bestanddelen is voldaan, nu de verdachte mevrouw [aangeefster] indringend seksueel heeft benaderd op een wijze die vreesaanjagend, vernederend, kwetsend of onterend is te achten.
De verdachte heeft het gordijn opengetrokken en naar het bovenlichaam van mevrouw gekeken. Het ging hierbij niet om één seconde, maar om ongeveer tien seconden, en niet één keer, maar twee keer. De handelingen van de verdachte vallen onder het overkoepelende begrip: seksuele benadering.
Het opentrekken van een gordijn is op zichzelf misschien niet seksueel, maar in de context bezien wel: mevrouw [aangeefster] stond grotendeels ontkleed in een pashokje, terwijl de verdachte naar haar bovenlichaam keek.
Mevrouw [aangeefster] bevond zich in een kwetsbare positie ten opzichte van de verdachte. Zij stond in haar onderbroek in een pashokje, terwijl de verdachte voor de ingang stond (en dus de uitgang blokkeerde) en naar haar keek. Dit kan niet anders worden uitgelegd dan als indringend en met een sterk intimiderend effect. Het is goed voorstelbaar dat mevrouw [aangeefster] zich bang, vernederd en onteerd heeft gevoeld. De kantonrechter merkt op dat niet hoeft te worden bewezen dat mevrouw [aangeefster] dit ook daadwerkelijk zo heeft ervaren en of dit door de verdachte als zodanig was bedoeld. Voldoende is dat de seksuele benadering naar algemene maatstaven als intimiderend kan worden beschouwd en dat is het geval.
Dat de wetgever dergelijke situaties onder dit wetsartikel heeft willen laten vallen, leidt de kantonrechter af uit de kern van het strafrechtelijke verwijt, zoals opgenomen in de memorie van toelichting behorend bij het wetsartikel. Daarin staat dat de kern is dat iemand een ander in een publieke omgeving als seksueel object benadert. De kantonrechter is van oordeel dat de verdachte dit met zijn handelen heeft gedaan.

De bewezenverklaring

De kantonrechter is met betrekking tot het ten laste gelegde feit van oordeel dat dit feit wettig en overtuigend is bewezen.
De kantonrechter verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat:
hij op 22 augustus 2024 te 's-Gravenhage
in het openbaar
een ander, te weten [aangeefster]
indringend seksueel heeft benaderd, door middel van gebaren op een wijze die
vreesaanjagend, vernederend en onterend was te achten, door
(twee maal) het gordijn van het pashokje waarin die [aangeefster] zich
(grotendeels ontkleed) bevond, te openen en die [aangeefster] aan te kijken
en naar haar lichaam te kijken.

De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat evenmin feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

De strafoplegging

De kantonrechter houdt bij het bepalen van een straf rekening met de ernst van het bewezenverklaarde feit de omstandigheden waaronder dat feit is gepleegd. Ook kijkt de kantonrechter naar het strafblad van de verdachte en zijn persoonlijke omstandigheden.
In deze zaak overweegt de kantonrechter het volgende.
De verdachte heeft zich in het openbaar seksueel intimiderend gedragen. Uit de aangifte blijkt dat mevrouw [aangeefster] zich bang en vernederd heeft gevoeld en dat rekent de kantonrechter de verdachte aan.
De kantonrechter heeft kennisgenomen van het strafblad van de verdachte van 18 april 2025, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten.
Alles overwegende – en met name ook gelet op de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals die ter zitting zijn gebleken – zal de kantonrechter aan de verdachte opleggen een geldboete van € 200,00 voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. Het voorwaardelijke karakter dient de verdachte ervan te weerhouden opnieuw soortgelijke feiten te plegen.

De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straf is gebaseerd op de artikelen:
- 77a, 77g, 77l, 77x, 77y, 77z en 429ter van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

Beslissing

De kantonrechter:
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, zoals hierboven omschreven, en dat het bewezenverklaarde oplevert:
in het openbaar een ander indringend seksueel benaderen door middel van gebaren op een wijze die vreesaanjagend, vernederend en onterend is te achten;
verklaart niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart het bewezenverklaarde en de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot:

een geldboete van € 200,00 (tweehonderd euro);

bepaalt dat die geldboete, groot € 200,00, als die niet wordt betaald te vervangen door 4 (vier) dagen jeugddetentie, niet zal worden tenuitvoergelegd, onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het eind van de hierbij op 2 (twee) jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
deelt mede dat de verdachte binnen veertien dagen hoger beroep kan instellen tegen dit vonnis en dat de verdachte het recht heeft om op de terechtzitting van dat rechtsmiddel afstand te doen.
Als in deze zaak hoger beroep wordt ingesteld, is het verlofstelsel van toepassing.
Dit procesverbaal is door de kanontrechter en de griffier vastgesteld en ondertekend.