Op 6 november 2025 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in een echtscheidingszaak tussen een vrouw en een man, waarbij de vrouw werd vertegenwoordigd door haar advocaat mr. R.A.M. Kamphuis-Jansen van Rosendaal en de man door zijn advocaat mr. R.W. van den Hoek. De rechtbank had eerder op 22 april 2025 de echtscheiding uitgesproken en bepaald dat de minderjarige bij de vrouw zou wonen, terwijl de man de huurder van de echtelijke woning zou zijn. De rechtbank had partijen doorverwezen naar Jeugdteams voor hulpverleningstrajecten, maar heeft nu kennisgenomen van een ouderschapsplan dat door beide partijen is ondertekend. Dit plan bevat afspraken over het gezag en de zorgregeling voor de minderjarige. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen behoefte meer is aan ouderschapsbemiddeling en omgangsbegeleiding, gezien de verbeterde communicatie tussen partijen. De rechtbank heeft het ouderschapsplan aan de beschikking gehecht en verklaard dat het deel uitmaakt van de beschikking. De rechtbank heeft de verzoeken van partijen ter zake het gezag en de zorgregeling als ingetrokken beschouwd. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders verzochte is afgewezen.