Uitspraak
Gezag, hoofdverblijfplaats en zorgregeling
Beschikking op het op 21 mei 2025 ingekomen verzoek van:
[de moeder] ,
[de vader] ,
Procedure
- het verzoekschrift met bijlagen;
- het bericht van 12 juni 2025, met bijlage, van de moeder;
- het verweerschrift met zelfstandige verzoeken van 26 september 2025 van de vader;
- het bericht van 30 september 2025, met bijlagen, van de moeder;
- het aanvullend verzoek van 1 oktober 2025 van de moeder.
Feiten
- De vader en de moeder hebben een relatie gehad.
- Zij zijn de ouders van het volgende minderjarige kind:
- De ouders oefenen samen het gezag over [minderjarige] uit. Dat is geregistreerd in het gezagsregister.
- Uit de uittreksels uit de Basisregistratie Personen (Brp) blijkt dat de moeder en [minderjarige] de Nederlandse nationaliteit hebben en dat de vader de Ierse en Australische nationaliteit heeft.
Verzoek en verweer
- de moeder vervangende toestemming wordt verleend om [minderjarige] in te schrijven bij een huisartsenpraktijk in [plaats 1] ;
- [minderjarige] haar hoofdverblijfplaats bij de moeder heeft;
- een bijzondere curator benoemd zal worden die de belangen van [minderjarige] in deze zaak zal behartigen;
- de moeder alleen met het ouderlijk gezag over [minderjarige] wordt belast;
- de vader het recht op omgang met [minderjarige] wordt ontzegd dan wel een begeleide omgangsregeling waarbij er geen overnachtingen bij de vader plaatsvinden, in afwachting van een eventueel raadsonderzoek en/of onderzoek naar het vermoeden van misbruik.
- het gezag over [minderjarige] wordt gewijzigd en de vader het eenhoofdig gezag verkrijgt;
- er een zorgregeling wordt vastgesteld waarbij de moeder omgang heeft met [minderjarige] in nader overleg te bepalen;
- [minderjarige] haar hoofdverblijfplaats bij de vader heeft;
- de moeder binnen twee dagen na de beschikking het paspoort van [minderjarige] aan de vader dient af te geven, op laste van een dwangsom van € 500,- per dag of gedeelte daarvan;
- de moeder wordt verboden, op laste van een dwangsom van € 500,- per dag of gedeelte daarvan, om [minderjarige] buiten Nederland te (doen) begeven, zonder voorafgaande instemming althans toestemming van de vader dan wel de rechtbank;
- althans zodanige beslissingen te nemen als de rechtbank juist acht.
Beoordeling
Veilig Thuis heeft naar aanleiding van de zorgmelding die gedaan is door de school, onderzoek gedaan naar de zorgsignalen die gaan over mogelijke verwaarlozing van [minderjarige] , seksueel misbruik van [minderjarige] en de ontwikkeling van [minderjarige] sinds dat zij na de voorjaarsvakantie terug is uit Portugal. In kader van het onderzoek is gesproken met u, met vader, de psycholoog van [minderjarige] , Voorleder1 en de huisarts. Ook is [minderjarige] zelf door de gedragswetenschapper van Veilig Thuis gesproken. Veilig Thuis concludeert dat de zorgen omtrent het seksueel misbruik en verwaarlozing van [minderjarige] niet zijn bevestigd.’
- Welke gezagssituatie – gezamenlijk gezag of eenhoofdig gezag voor één van de ouders – is het meest in het belang van [minderjarige] ?
- Wat is ten aanzien van de hoofdverblijfplaats het meest in het belang van [minderjarige] ?
- Hoe dient de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken te worden vormgegeven?
- Is verdere hulpverlening voor [minderjarige] en de ouders nodig? Zo ja, welke hulpverlening dient te worden ingeschakeld?
- Is het noodzakelijk om een kinderbeschermingsmaatregel te treffen?
- Zijn er nog andere punten naar voren gekomen die de RvdK onder de aandacht van de rechtbank wil brengen?
Beste [minderjarige] ,
BeslissingDe rechtbank:
1 mei 2026 pro forma; uiterlijk op die datum dient de Raad voor de Kinderbescherming zo mogelijk zijn rapport met advies te hebben uitgebracht aan de rechtbank met kopie aan beide ouders en hun advocaten;
ten aanzien van het gezag, de hoofdverblijfplaats, de zorgregeling, het paspoort, het reisverbod en de proceskostenaan.