ECLI:NL:RBDHA:2025:20302

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
27 oktober 2025
Publicatiedatum
3 november 2025
Zaaknummer
C/09/692636 / FA RK 25-7532
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansluitende zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor betrokkene met psychische stoornissen

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 27 oktober 2025 een beschikking gegeven inzake een aansluitende zorgmachtiging voor betrokkene, die verblijft in een oefen-HAT. De officier van justitie had verzocht om deze machtiging op basis van artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Betrokkene, geboren in 1990, heeft een geschiedenis van psychische stoornissen, waaronder een borderline-persoonlijkheidsstoornis en alcoholmisbruik. Tijdens de mondelinge behandeling heeft betrokkene aangegeven dat zij moeite heeft met haar huidige kamer in de oefen-HAT, waar in het verleden nare ervaringen hebben plaatsgevonden. De advocaat van betrokkene pleitte voor afwijzing van het verzoek, maar de psychiater bevestigde dat betrokkene momenteel vrijwillig meewerkt aan de behandeling. De rechtbank oordeelde dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor de duur van een jaar, tot en met 27 oktober 2026, en wees het meer of anders verzochte af. De beschikking is gegeven door mr. J.C. van den Dries, met P.S.R. Nieman als griffier, en is vastgesteld op 29 oktober 2025.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/692636 / FA RK 25-7532
Datum beschikking: 27 oktober 2025

Aansluitende machtiging tot het verlenen van verplichte zorg

Beschikkingnaar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een aansluitende zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[betrokkene] ,

hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedatum] 1990 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
thans verblijvende in de accommodatie [accommodatie] te [plaats] ,
advocaat: mr. M. Lindhout te Den Haag.

ProcesverloopBij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 06 oktober 2025, heeft de officier van justitie verzocht om een aansluitende zorgmachtiging.

Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een op 25 september 2025 ondertekende medische verklaring van [naam 1] , psychiater, die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij de behandeling betrokken was;
- een zorgkaart van 2 september 2025;
- een zorgplan van 30 september 2025;
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 6 oktober 2025;
- een uittreksel uit de justitiële documentatie;
- een brief van de officier van justitie van 1 september 2025, waaruit blijkt dat er ten aanzien van betrokkene geen recente politiemutaties zijn.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 27 oktober 2025. Daarbij zijn gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
- de psychiater, [naam 2] .
Omdat door de officier van justitie een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig werd geacht en het de rechtbank ter zitting is gebleken dat diens aanwezigheid ook niet noodzakelijk was om tot een inhoudelijke beslissing te kunnen komen, is de officier van justitie niet gehoord.

Standpunten ter zitting

Betrokkene heeft aangegeven dat zij op dit moment binnen een oefen-HAT verblijft, maar het moeilijk heeft vanwege de kamer, die zij toegewezen heeft gekregen. In de kamer waar betrokkene momenteel verblijft zijn in het verleden nare dingen gebeurd die haar triggeren.
Zij slaagt er niet in deze kamer tot haar eigen kamer om te vormen en zou gebaat zijn bij het krijgen van een andere kamer. Zo kan het oefenen op de oefen-HAT voor haar eigenlijk niet goed verlopen.
Betrokkene is al langere tijd bekend binnen de psychiatrie en ziet in dat een zorgmachtiging helpend kan zijn op de momenten dat de situatie escaleert.
De advocaat pleit namens betrokkene voor afwijzing van het verzoek. Betrokkene begrijpt dat de zorgmachtiging is aangevraagd en werkt vrijwillig mee aan de behandeling. In het afgelopen jaar is er geen verplichte zorg aangezegd. Gelet op voorgaande is het niet voorzienbaar dat betrokkene zich zal gaan verzetten tegen de noodzakelijk geachte zorg.
De advocaat dringt ter zitting aan op het aandacht schenken door de afdeling aan hetgeen betrokkenen gezegd heeft over haar kamer. Een oplossing zou hiervoor gevonden moeten worden.
De psychiater heeft naar voren gebracht dat betrokkene inmiddels in een oefen-HAT verblijft. Zij verblijft in feite niet meer op een gesloten afdeling. Het doel is om betrokkene door te laten stromen naar meer vrijheden, maar dit is afhankelijk van de voortgang van de behandeling. Op dit moment werkt betrokkene vrijwillig mee aan de behandeling. Wanneer de situatie escaleert, is er geen sprake meer van bereidwilligheid.
De psychiater onderkent het probleem met de kamer. Mogelijk is een oplossing om te ruilen met een andere bewoner van een oefen HAT.

Beoordeling

Op 30 oktober 2024 is door de rechtbank een zorgmachtiging verleend voor de duur van twaalf maanden tot en met 30 oktober 2025.
Uit de overgelegde stukken is gebleken dat betrokkene lijdt aan psychische stoornissen, te weten borderline-persoonlijkheidsstoornis, een dissociatieve stoornis en een stoornis in het gebruik van alcohol.
Deze stoornissen leiden tot ernstig nadeel, gelegen in:
-levensgevaar;
-ernstig lichamelijk letsel;
-ernstige verwaarlozing;
-de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept.
Uit de stukken en hetgeen ter zitting is besproken is gebleken dat betrokkene onder invloed van alcohol maatschappelijke onrust veroorzaakt en in gevaarlijke situaties terechtkomt. Hierbij kan zij agressie van derden over zichzelf afroepen. Daarbij is betrokkene bekend met automutilatie en destructief gedrag. Zij heeft nog ondersteuning nodig bij de algemeen dagelijkse levensverrichtingen en huishoudelijke taken.
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen zodanig dat zij haar autonomie zoveel mogelijk herwint en de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Op dit moment verzet betrokkene zich niet tegen de noodzakelijke geachte hulpverlening. Wanneer de samenwerking wegvalt, verzet betrokkene zich echter wel tegen de zorg. Om die reden is verplichte zorg nodig.
De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- opnemen in een accommodatie.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is bovendien evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt verder dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
De rechtbank hoopt dat het vinden van een andere kamer voor betrokkene aandacht krijgt van het team, opdat het oefenen met meer zelfstandigheid een optimale kans kan krijgen.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz.

Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van:

[betrokkene] ,

geboren op [geboortedatum] 1990 te [geboorteplaats] ,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- opnemen in een accommodatie
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 27 oktober 2026;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.C. van den Dries, rechter, bijgestaan door P.S.R. Nieman als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 27 oktober 2025.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 29 oktober 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.