ECLI:NL:RBDHA:2025:20302
Rechtbank Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Aansluitende zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor betrokkene met psychische stoornissen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 27 oktober 2025 een beschikking gegeven inzake een aansluitende zorgmachtiging voor betrokkene, die verblijft in een oefen-HAT. De officier van justitie had verzocht om deze machtiging op basis van artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Betrokkene, geboren in 1990, heeft een geschiedenis van psychische stoornissen, waaronder een borderline-persoonlijkheidsstoornis en alcoholmisbruik. Tijdens de mondelinge behandeling heeft betrokkene aangegeven dat zij moeite heeft met haar huidige kamer in de oefen-HAT, waar in het verleden nare ervaringen hebben plaatsgevonden. De advocaat van betrokkene pleitte voor afwijzing van het verzoek, maar de psychiater bevestigde dat betrokkene momenteel vrijwillig meewerkt aan de behandeling. De rechtbank oordeelde dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor de duur van een jaar, tot en met 27 oktober 2026, en wees het meer of anders verzochte af. De beschikking is gegeven door mr. J.C. van den Dries, met P.S.R. Nieman als griffier, en is vastgesteld op 29 oktober 2025.