Op 27 oktober 2025 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De betrokkene, geboren in 1991, wordt momenteel behandeld voor psychotische decompensatie en katatonie, waarbij zij een hoge dosis Lorazepam ontvangt. De officier van justitie had op 22 oktober 2025 verzocht om voortzetting van de crisismaatregel, die eerder op 21 oktober 2025 was genomen. Tijdens de mondelinge behandeling op 27 oktober 2025 zijn de betrokkene, haar advocaat mr. S.R. Kwee, en psychiater N. Deresi gehoord. De betrokkene gaf aan dat het beter met haar gaat, maar dat zij nog niet klaar is voor ontslag. De advocaat pleitte voor afwijzing van het verzoek, terwijl de psychiater de noodzaak van voortzetting van de behandeling benadrukte. De rechtbank oordeelde dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, waaronder ernstig lichamelijk letsel en psychische schade. De rechtbank verleende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, die geldig is tot en met 17 november 2025, en wees het meer of anders verzochte af.