4.3.Opgave van bewijsmiddelen
De rechtbank zal voor alle feiten met een opgave van bewijsmiddelen, als genoemd in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, volstaan. De verdachte heeft deze bewezen verklaarde feiten namelijk bekend en daarna niet anders verklaard. Daarnaast heeft de raadsman uitsluitend vrijspraak bepleit voor het ten laste gelegde medeplegen bij de feiten 2, 3 en 4. Hierover zal de rechtbank een aanvullende bewijsoverweging geven.
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met nummer LXFBC24012, van de Eenheid Landelijke Expertise en Operaties, Team Afhandelingen Opsporing Infra (LX), doorgenummerd pagina 1 t/m 956.
Voor de bewezenverklaring van
feit 1gebruikt de rechtbank de volgende bewijsmiddelen:
De bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 20 oktober 2025;
Een schriftelijk bescheid, te weten het ‘Formulier met betrekking tot aantreffen Lijst I, Art 2 Opiumwet, strafbaar feit Art 10’ d.d. 28 augustus 2024 van de Douane Amsterdam, locatie IMEC (blz. 59);
Een schriftelijk bescheid, te weten het Douanelaboratoriumrapport d.d. 3 april 2025 met kenmerk P025.5.0004 (blz. 75 en 76);
Een schriftelijk bescheid, te weten het ‘Formulier met betrekking tot aantreffen Lijst I, Art 2 Opiumwet, strafbaar feit Art 10’ d.d. 2 oktober 2024 van de Douane Amsterdam, locatie IMEC (blz. 78);
Een schriftelijk bescheid, te weten het ‘Formulier met betrekking tot aantreffen Lijst I, Art 2 Opiumwet, strafbaar feit Art 10’ d.d. 8 oktober 2024 van de Douane Amsterdam, locatie IMEC (blz. 98);
Een schriftelijk bescheid, te weten het ‘Formulier met betrekking tot aantreffen Lijst I, Art 2 Opiumwet, strafbaar feit Art 10’ d.d. 12 november 2024 van de Douane Amsterdam, locatie IMEC (blz. 109);
Een schriftelijk bescheid, te weten het ‘Formulier met betrekking tot aantreffen Lijst I, Art 2 Opiumwet, strafbaar feit Art 10’ d.d. 3 oktober 2024 van de Douane Amsterdam, locatie IMEC (blz. 119);
Een schriftelijk bescheid, te weten het ‘Formulier met betrekking tot aantreffen Lijst I, Art 2 Opiumwet, strafbaar feit Art 10’ d.d. 27 november 2024 van de Douane Amsterdam, locatie IMEC (blz. 130);
Een schriftelijk bescheid, te weten het ‘Formulier met betrekking tot aantreffen Lijst I, Art 2 Opiumwet, strafbaar feit Art 10’ d.d. 22 januari 2025 van de Douane Amsterdam, locatie IMEC (blz. 154);
Een schriftelijk bescheid, te weten het ‘Formulier met betrekking tot aantreffen Lijst I, Art 2 Opiumwet, strafbaar feit Art 10’ d.d. 22 januari 2025 van de Douane Amsterdam, locatie IMEC (blz. 173);
Een schriftelijk bescheid, te weten het ‘Formulier met betrekking tot aantreffen Lijst I, Art 2 Opiumwet, strafbaar feit Art 10’ d.d. 22 januari 2025 van de Douane Amsterdam, locatie IMEC (blz. 177);
Een schriftelijk bescheid, te weten het ‘Formulier met betrekking tot aantreffen Lijst I, Art 2 Opiumwet, strafbaar feit Art 10’ d.d. 19 april 2025 van de Douane Amsterdam, locatie IMEC (blz. 199);
Een schriftelijk bescheid, te weten het ‘Formulier met betrekking tot aantreffen Lijst I, Art 2 Opiumwet, strafbaar feit Art 10’ d.d. 7 mei 2025 van de Douane Amsterdam, locatie IMEC (blz. 215);
Een schriftelijk bescheid, te weten het Douanelaboratoriumrapport d.d. 3 april 2025 met kenmerk P025.5.0003 (blz. 94 t/m 96);
Een schriftelijk bescheid, te weten het Douanelaboratoriumrapport d.d. 3 april 2025 met kenmerk P025.5.0005 (blz. 116 t/m 118);
Een schriftelijk bescheid, te weten het Douanelaboratoriumrapport d.d. 23 juli 2025 met kenmerk P025.5.0026dubbel (blz. 210 en 211);
Een schriftelijk bescheid, te weten het Douanelaboratoriumrapport d.d. 23 juli 2025 met kenmerk P025.5.0026 (blz. 222 en 223);
Het proces-verbaal van bevindingen op blz. 63 en 64;
Het proces-verbaal van bevindingen op blz. 82 t/m 93;
Het proces-verbaal van bevindingen op blz. 113 t/m 115;
Het proces-verbaal van bevindingen op blz. 120 t/m 128;
Het proces-verbaal van bevindingen op blz. 137 t/m 152;
Het proces-verbaal van bevindingen op blz. 157 t/m 171;
Het proces-verbaal van bevindingen op blz. 180 t/m 197;
Het proces-verbaal van bevindingen op blz. 205 t/m 209;
Een schriftelijk bescheid, overgelegd ter terechtzitting van 20 oktober 2025 door de officier van justitie, zijnde een schematisch overzicht van de in deze zaak in beslag genomen verdovende middelen.
Voor de bewezenverklaring van
feit 2gebruikt de rechtbank de volgende bewijsmiddelen:
De bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 20 oktober 2025;
Het proces-verbaal van bevindingen op blz. 232 t/m 239;
Het proces-verbaal van bevindingen, met bijlagen, op blz. 258 t/m 272;
Een schriftelijk bescheid, te weten het Douanelaboratoriumrapport d.d. 22 juli 2025 met kenmerk P025.5.0013dubbel (ongenummerd);
Een schriftelijk bescheid, te weten het Douanelaboratoriumrapport d.d. 12 juni 2025 met kenmerk P025.5.0014 (ongenummerd);
Een schriftelijk bescheid, te weten het Douanelaboratoriumrapport d.d. 9 juli 2025 met kenmerk P025.5.0015 (ongenummerd);
Een schriftelijk bescheid, te weten het Douanelaboratoriumrapport d.d. 26 mei 2025 met kenmerk P025.5.0016 (ongenummerd);
Een schriftelijk bescheid, te weten het Douanelaboratoriumrapport d.d. 27 mei 2025 met kenmerk P025.5.0017 (ongenummerd);
Een schriftelijk bescheid, te weten het Douanelaboratoriumrapport d.d. 22 juli 2025 met kenmerk P025.5.0018 (ongenummerd);
Een schriftelijk bescheid, te weten het Douanelaboratoriumrapport d.d. 12 juni 2025 met kenmerk P025.5.0019 (ongenummerd);
Een schriftelijk bescheid, te weten het Douanelaboratoriumrapport d.d. 12 juni 2025 met kenmerk P025.5.0020 (ongenummerd).
Voor de bewezenverklaring van
feit 3gebruikt de rechtbank de volgende bewijsmiddelen:
De bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 20 oktober 2025;
Het proces-verbaal van bevindingen op blz. 232 t/m 239;
Een schriftelijk bescheid, te weten een ‘Productbeoordeling 25-105’ van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd d.d. 24 juli 2025 (blz. 289-298);
Een schriftelijk bescheid, overgelegd ter terechtzitting van 20 oktober 2025 door de officier van justitie, zijnde de bijlage als bedoeld op blz. 299 van het dossier.
Voor de bewezenverklaring van
feit 4gebruikt de rechtbank de volgende bewijsmiddelen:
De bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 20 oktober 2025;
Het proces-verbaal van bevindingen op blz. 232 t/m 239;
Een schriftelijk bescheid, te weten een ‘Productbeoordeling 25-105’ van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd d.d. 24 juli 2025, met bijlage (blz. 289-298);
Een schriftelijk bescheid, overgelegd ter terechtzitting van 20 oktober 2025 door de officier van justitie, zijnde de bijlage als bedoeld op blz. 299 van het dossier.
Voor de bewezenverklaring van
feit 5gebruikt de rechtbank de volgende bewijsmiddelen:
De bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 20 oktober 2025;
Het proces-verbaal van bevindingen op blz. 240 en 241;
Het proces-verbaal van determinatie op blz. 350 en 351.