In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 10 oktober 2025 uitspraak gedaan in een beroep ingesteld door de staatssecretaris van Defensie tegen het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) wegens het niet tijdig beslissen op een herbeoordelingsverzoek van een (ex-)werknemer die sinds 10 november 2021 een WIA-uitkering ontvangt. De staatssecretaris heeft op 31 maart 2025 beroep ingesteld omdat het Uwv niet tijdig een beslissing heeft genomen op het verzoek om herbeoordeling, dat op 8 oktober 2024 was ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat het Uwv op 9 december 2024 in gebreke is gesteld. De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is en dat het Uwv binnen negen weken na de uitspraak een besluit moet nemen. Tevens is bepaald dat het Uwv een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank heeft ook bepaald dat het Uwv het betaalde griffierecht van € 385,- aan de eiser moet vergoeden. De uitspraak is gedaan zonder zitting, omdat het beroep kennelijk gegrond is. De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de capaciteitsproblemen bij het Uwv en de noodzaak van een medisch advies voor de herbeoordeling.