Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding met producties d.d. 19 december 2024;
- het verhandelde tijdens de mondelinge behandeling op 18 december 2024 en 15 januari 2025, waarbij [eiser] is verschenen in persoon. [gedaagde] , hoewel behoorlijk opgeroepen, is niet verschenen.
2.Het geschil
Voorafgaande aan de start van dit project is [gedaagde] bereid [eiser] ’s dochter, zijn nicht en een achternicht er twee achterneven te helpen met een studiebeurs van 20000 (twintig duizend) euro per persoon. [gedaagde] compenseert hiermee de redding en opvang door [eiser] van zijn vier verwaarloosde kinderen gedurende 8 jaar. De bedragen worden overgemaakt naar [naam 1] , maar geoormerkt voor de genoemde personen. Nota is bijgevoegd.De personen waarop deze afspraak betrekking heeft zijn volgens [eiser] (onder meer) [naam 1] , [naam 2] , [naam 3] en [naam 4] . [gedaagde] is deze afspraak, ondanks herhaalde toezeggingen om dat te zullen doen, niet nagekomen, ofschoon hij daartoe jegens [eiser] verplicht is. [eiser] stelt dat hij bij zijn vordering een spoedeisend belang heeft.