ECLI:NL:RBDHA:2025:19933
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenvergoeding in asielzaak na prematuur beroep
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, wordt het verzoek van de verzoekster om de minister van Asiel en Migratie te veroordelen tot vergoeding van de proceskosten afgewezen. De verzoekster had een beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door de minister, maar trok dit beroep in nadat de minister alsnog een besluit had genomen. De rechtbank oordeelt dat het beroep prematuur is ingediend, omdat de wettelijke beslistermijn was verstreken. De verzoekster had haar aanvraag op 3 september 2023 ingediend en de minister had op 2 augustus 2025 een besluit genomen. De termijn voor het indienen van het beroep begon op 3 augustus 2025 en eindigde op 16 augustus 2025. Aangezien het beroepschrift op 15 augustus 2025 was ingediend, was het te vroeg en voldeed het niet aan de vereisten voor het indienen van een beroep tegen het niet tijdig beslissen. Hierdoor wordt het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, rechter, en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.