ECLI:NL:RBDHA:2025:19923

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 oktober 2025
Publicatiedatum
30 oktober 2025
Zaaknummer
NL25.35729
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep niet tijdig asiel, Dublin, Syrië besluitmoratorium, ingebrekestelling prematuur, beroep niet-ontvankelijk

In deze zaak heeft eiser, een Syriër, beroep ingesteld tegen de minister van Asiel en Migratie omdat deze niet tijdig heeft beslist op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. Eiser diende zijn asielaanvraag in op 19 januari 2024, maar de minister heeft verzuimd om binnen de wettelijk vereiste termijn van zes maanden een beslissing te nemen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag vanaf 19 maart 2024, maar dat er een besluitmoratorium gold voor Syrië van 14 december 2024 tot en met 13 juni 2025. Dit moratorium verlengde de beslistermijn voor asielaanvragen met een jaar, waardoor de minister uiterlijk op 19 september 2025 had moeten beslissen. Eiser heeft de minister op 10 juli 2025 in gebreke gesteld, maar de rechtbank oordeelt dat deze ingebrekestelling prematuur was, omdat de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. Hierdoor verklaart de rechtbank het beroep van eiser niet-ontvankelijk. De uitspraak is gedaan door mr. G.P. Loman, rechter, en is openbaar gemaakt op 24 oktober 2025.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL25.35729
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer] ,

(gemachtigde: mr. L. Sinoo), en
de minister van Asiel en Migratie, de minister.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiser heeft ingediend, omdat de minister volgens hem niet op tijd heeft beslist op zijn aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd (hierna: aanvraag).

Overwegingen

1. De rechtbank vindt het in deze zaak niet nodig om partijen uit te nodigen voor een zitting.1
2. Als een bestuursorgaan niet op tijd op een aanvraag beslist, dan kan de betrokkene daartegen in beroep gaan. Voordat hij beroep kan instellen, moet de betrokkene schriftelijk aan het bestuursorgaan laten weten dat binnen twee weken alsnog moet worden beslist op zijn aanvraag (de zogenoemde ingebrekestelling). Als er na twee weken nog steeds geen besluit is genomen, dan kan de betrokkene beroep instellen.2
Is het beroep van eiser ontvankelijk?
3. De minister dient uiterlijk zes maanden na ontvangst van een asielaanvraag een beschikking te geven.3 Indien de minister onderzoekt of de aanvraag niet in behandeling dient te worden genomen,4 vangt de zes-maanden-termijn aan op het moment waarop overeenkomstig de Dublinverordening wordt vastgesteld dat Nederland verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag.5
1. Artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2 Artikel 6:2, onder b, en 6:12, tweede lid, van de Awb.
3 Artikel 42, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).
4 Artikel 30 van de Vw.
5 Artikel 42, zesde lid, van de Vw.
4. Eiser heeft op 19 januari 2024 een asielaanvraag in Nederland ingediend. Op diezelfde datum blijkt uit een Eurodac-treffer dat eiser al eerder in Italië is aangetroffen.
5. De minister had op grond van artikel 21 lid 1 van de Dublinverordening uiterlijk binnen twee maanden na de Eurodac-treffer nog een verzoek tot overname aan Italië kunnen toezenden. Dit heeft de minister niet gedaan. De minister is daarom verantwoordelijk vanaf 19 maart 2024.6 De minister moet uiterlijk binnen zes maanden.7
6. Eiser komt uit Syrië. Met ingang van 14 december 2024 tot en met 13 juni 2025 gold voor Syrië een besluitmoratorium.8 Gedurende de tijd dat het besluitmoratorium van kracht was, besliste de minister niet op asielaanvragen van vreemdelingen uit dat land. De beslistermijn voor asielaanvragen die vóór of tijdens de werking van het besluitmoratorium werden ontvangen, is verlengd met één jaar tot ten hoogste 21 maanden.9
7. Het moratorium is mede van toepassing op asielaanvragen waarvan de beslistermijn van zes maanden is verstreken op het moment van de inwerkingtreding van het moratorium.10 De aanvraag van eiser valt onder deze situatie en daarmee dus onder het toepassingsbereik van het moratorium.
8. De minister diende uiterlijk op 19 september 2025 te beslissen op de aanvraag (19 maart 2024 + zes maanden + één jaar). Eiser heeft de minister op 10 juli 2025 in gebreke gesteld. De beslistermijn was op dat moment nog niet verstreken. De ingebrekestelling is dus te vroeg ingediend. Het beroep is daarmee kennelijk niet-ontvankelijk.
9. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
7 Artikel 42, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw). Aanvankelijk heeft de minister de beslistermijn onder toepassing van WBV 2023/26 met negen maanden verlengd. De minister heeft deze WBV echter weer ingetrokken (IB 2025/28). Als gevolg hiervan geldt voor alle asielaanvragen die zijn ingediend vanaf 1 januari 2024 weer een beslistermijn van zes maanden.
8 Stct. 2024, 41538.
9 Artikel 43, eerste lid, van de Vw en artikel 2 van het Besluit instelling besluitmoratorium en vertrekmoratorium vreemdelingen afkomstig uit Syrië.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.P. Loman, rechter, in aanwezigheid van mr. D.A.M. Delger, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
24 oktober 2025

Documentcode: [Documentcode]

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.