2.2.Bij het bestreden besluit heeft het college de gevraagde omgevingsvergunning verleend met toepassing van de afwijkingsbevoegdheid als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 3°, van de Wabo. Dit artikel biedt het college de bevoegdheid een omgevingsvergunning te verlenen voor het gebruiken van gronden in strijd met het bestemmingsplan, indien dit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. Volgens het college heeft de vergunde activiteit, gelet op de overwegingen in de ruimtelijke onderbouwing, geen onaanvaardbare aantasting voor het woon- en leefklimaat tot gevolg en is van strijd met een goede ruimtelijke ordening geen sprake.
3. Vergunninghoudster heeft ter zitting haar betoog, dat de beroepen van eisers niet ontvankelijk zouden zijn vanwege het niet indienen van een zienswijze tegen het ontwerpbesluit, ingetrokken.
4. Eisers zijn het niet eens met het bestreden besluit. Zij hebben toegelicht dat zij geen bezwaar hebben tegen het gebruik van het perceel voor wonen en ook niet tegen het verbouwen van de bedrijfswoning tot een reguliere woning aan de voorkant van het perceel, maar wel tegen de twee aaneengeschakelde woningen aan de achterkant van het perceel. Zij vinden namelijk dat deze bebouwing te groot wordt en vrezen overlast wanneer hier twee gezinnen komen te wonen. Het bouwplan overschrijdt volgens eisers de toegestane 750 m³ aan bouwvolume. Eisers voeren verder aan dat de woningen 10 meter hoog worden, wat hoger is dan hun eigen woningen mochten worden en dat zij daardoor schaduwhinder zullen ondervinden. Ten onrechte is volgens eisers geen rekening gehouden met de belangen van omwonenden, gelet op de grote ruimtelijke impact. Tot slot vrezen zij dat de woningen in de toekomst zullen worden gebruikt voor het huisvesten van arbeidsmigranten.
5. Het college voert samengevat aan dat het bouwplan juist een positief effect heeft op het woongenot van eisers doordat er bedrijvigheid wordt weggehaald. Qua bouwvolume is het bouwplan volgens het college veel minder ingrijpend. In het bestemmingsplan was voor het grootste deel van het perceel al een maximale bouwhoogte van 10 meter mogelijk die niet volledig benut werd. Voor het bouwplan worden de bouwmogelijkheden verruimd, maar dit gebeurt op voldoende afstand van de naastgelegen percelen. Uit de bouwtekening blijkt verder dat beide woningen drie slaapkamers hebben. De door eisers gevreesde verkamering van de woningen en huisvesting daarin van arbeidsmigranten acht het college daarom niet aannemelijk.
Beoordeling door de rechtbank
6. De rechtbank overweegt dat het bestemmingsplan geen regel kent op grond waarvan per perceel slechts 750 m³ aan woonbebouwing mag worden opgericht. Dit betekent dat het bouwplan, dat voorziet in twee aaneengeschakelde woningen van 510 m³ elk, in zoverre niet in strijd is met het bestemmingsplan. De inhoudsmaat van maximaal 750 m³ per woning is wel opgenomen in Het Beeldkwaliteitsplan Historische Linten Voorweg en Zegwaartseweg (het Beeldkwaliteitsplan). Hierin staat echter ook dat van deze inhoudsmaat kan worden afgeweken om maatwerk te verrichten op voorwaarde dat dit goed onderbouwd wordt, waarbij pagina 27 van het Beeldkwaliteitsplan de aspecten vermeldt die daarbij worden meegewogen. De rechtbank overweegt dat het college zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat in dit geval is voldaan aan de aandachtspunten in het Beeldkwaliteitsplan om van de maximale inhoudsmaat van 750 m³ af te wijken. Het college heeft hierbij meegewogen dat de extra dichtheid niet direct voelbaar/zichtbaar is, omdat de woningen achter de voorste woning op het perceel zijn gelegen, dat gewenste doorzichten blijven behouden en dat de extra dichtheid niet leidt tot repetitie van hetzelfde.