ECLI:NL:RBDHA:2025:19892
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag machtiging voor voorlopig verblijf
In deze zaak hebben eisers, vertegenwoordigd door mr. N. Imminga, beroep ingesteld tegen de minister van Asiel en Migratie. Het beroep betreft de beslissing van de minister op hun aanvraag van 16 oktober 2024 voor een machtiging voor voorlopig verblijf. Eisers stellen dat de minister niet tijdig heeft beslist op hun aanvraag. De rechtbank heeft de zaak zonder zitting behandeld en heeft vastgesteld dat de minister de beslistermijn van 90 dagen heeft overschreden door deze met drie maanden te verlengen. Eisers hebben de minister op 16 juli 2025 verzocht om binnen twee weken te beslissen, maar de rechtbank concludeert dat het beroep prematuur is ingediend, aangezien de termijn voor het indienen van het beroep op 1 augustus 2025 verstreken was. De rechtbank heeft daarom het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard en de minister hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, rechter, en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.