ECLI:NL:RBDHA:2025:19890
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep niet tijdig asiel, Syrië besluitmoratorium, ingebrekestelling prematuur, beroep niet-ontvankelijk
In deze zaak heeft eiseres, afkomstig uit Syrië, beroep ingesteld tegen de minister van Asiel en Migratie omdat deze niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De aanvraag is op 23 mei 2024 ontvangen, en volgens de wet moet de minister binnen zes maanden beslissen. Echter, de minister heeft de beslistermijn onder een beleidsregel (WBV 2023/26) met negen maanden verlengd, maar deze beleidsregel is later ingetrokken. Hierdoor geldt weer de standaard beslistermijn van zes maanden voor asielaanvragen die na 1 januari 2024 zijn ingediend.
Eiseres heeft de minister op 14 augustus 2025 in gebreke gesteld, maar de rechtbank oordeelt dat deze ingebrekestelling prematuur was, omdat de beslistermijn op dat moment nog niet verstreken was. De rechtbank concludeert dat het beroep van eiseres niet-ontvankelijk is, omdat de ingebrekestelling te vroeg is ingediend. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. G.P. Loman, rechter, en is op 20 oktober 2025 openbaar gemaakt.