In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eisers tegen de afwijzing van hun handhavingsverzoek. Eisers, wonende aan verschillende adressen in [plaatsnaam], hebben bezwaar gemaakt tegen een huisnummerbesluit van de gemeente Leiden, waarbij de achterdeur van een pand is gewijzigd in een voordeur. Dit besluit heeft geleid tot een intensiever gebruik van het achterpad, wat volgens eisers resulteert in overlast en inbreuk op hun privacy en eigendomsrechten. De rechtbank heeft het beroep op 30 januari 2025 behandeld, waarbij eisers en de gemachtigden van verweerder aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat het handhavingsverzoek terecht is afgewezen. Verweerder heeft geen overtreding geconstateerd die handhaving vereiste. Het pand heeft een vergunning voor splitsing tussen woon- en bedrijfsruimte, en het gebruik van de achterdeur als toegang tot de woonruimten is niet in strijd met het bestemmingsplan. De rechtbank concludeert dat er op het moment van het bestreden besluit geen overtreding was en dat eisers geen procesbelang meer hebben bij de beoordeling van hun beroep inzake de onvergunde kamerverhuur, aangezien de vergunningsplicht is vervallen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst de verzoeken van eisers af.