ECLI:NL:RBDHA:2025:19756
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag van Malinese eiser na eerdere afwijzingen en tegenstrijdige verklaringen
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 28 oktober 2025, met zaaknummers NL25.40443 en NL25.40444, wordt het beroep van een Malinese eiser tegen de niet-ontvankelijkverklaring van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser had op 11 augustus 2025 een opvolgende aanvraag ingediend, nadat zijn eerdere aanvragen waren afgewezen. De rechtbank behandelt zowel het beroep als het verzoek om een voorlopige voorziening. Eiser stelt dat hij in Mali is vastgezeten en vreest voor vervolging door de familie van zijn overleden vriendin. De rechtbank oordeelt dat de gestelde detentie niet als relevant nieuw feit kan worden aangemerkt, omdat eiser dit niet eerder heeft vermeld en zijn verklaringen tegenstrijdig zijn. De rechtbank concludeert dat verweerder de aanvraag terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard, omdat eiser geen nieuwe relevante elementen heeft aangevoerd. Het beroep wordt ongegrond verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening wordt afgewezen. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding.