ECLI:NL:RBDHA:2025:19728

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
28 oktober 2025
Publicatiedatum
28 oktober 2025
Zaaknummer
25/16045
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens gebrek aan adresgegevens van eiser

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 28 oktober 2025, wordt het beroep van eiser tegen een besluit van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers behandeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat eiser geen reactie heeft gegeven op een herstel-verzuim brief die op 14 augustus 2025 is verstuurd. Ondanks een herinneringsbrief op 16 september 2025, die retour kwam omdat eiser niet op het adres bekend was, heeft eiser geen verdere actie ondernomen. Een aangetekende brief van 26 september 2025 werd ook niet afgehaald, wat leidde tot de conclusie dat eiser geen inhoudelijke beoordeling van het beroep wenst. De rechtbank oordeelt dat het aan eiser is om aan te tonen dat deze veronderstelling onjuist is en dat er nog procesbelang bestaat. Aangezien eiser geen adres heeft opgegeven, concludeert de rechtbank dat er geen procesbelang meer is. De rechtbank verklaart het beroep dan ook niet-ontvankelijk. Deze uitspraak is gedaan door mr. C.H. de Groot, in aanwezigheid van griffier M.S.G. van der Werf, en is openbaar gemaakt via rechtspraak.nl. Partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak, dat binnen zes weken ingediend moet worden.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 25/16045

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 28 oktober 2025 in de zaak tussen

[naam eiser], eiser

geboren op [geboortedatum eiser],
V-nummer: [V-nummer eiser]
en

het bestuur van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers, verweerder.

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de rechtbank over het beroep van eiser tegen een besluit van verweerder.
1.1.
Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.
1.2.
De rechtbank heeft eiser een herstel-verzuim brief verstuurd op 14 augustus 2025. Hier is geen reactie van eiser op ontvangen. Op 16 september 2025 is aan eiser nogmaals een herinneringsbrief gestuurd. Deze brief is retour gekomen bij de rechtbank op
25 september 2025 met daarbij vermeld dat eiser niet bekend is op het betreffende adres.
Bij aangetekend verzonden brief van 26 september 2025 is nogmaals een herstel-verzuim brief aan eiser verzonden. Deze brief is retour ontvangen door de rechtbank op
20 oktober 2025, omdat de brief niet is afgehaald bij het PostNL-punt.

Beoordeling door de rechtbank

Nu er van eiser geen adres bekend is, geldt de veronderstelling dat eiser niet langer een inhoudelijke beoordeling van het beroep verlangt. Het is aan eiser om aannemelijk te maken dat deze veronderstelling onjuist is en daarmee nog sprake is van procesbelang.
Gelet op het voorgaande is de rechter van oordeel dat er geen sprake meer is van procesbelang.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.H. de Groot, rechter, in aanwezigheid van
M.S.G. van der Werf, griffier, en openbaar gemaakt door middel van gepseudonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.