ECLI:NL:RBDHA:2025:19564

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
16 oktober 2025
Publicatiedatum
27 oktober 2025
Zaaknummer
NL25.46624
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verantwoordelijkheid Frankrijk

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 16 oktober 2025 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoekster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. R. Hijma, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De Minister van Asiel en Migratie, vertegenwoordigd door mr. I.A.G. Lodders, had echter op 24 september 2025 besloten om deze aanvraag niet in behandeling te nemen, met als argument dat Frankrijk verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag.

Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 7 oktober 2025 behandeld, waarbij verzoekster en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals een tolk, S. Abbaszadeh Charandabi. De minister was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat, gezien de uitspraak in een andere zaak (NL25.46623) op dezelfde dag, een voorlopige voorziening niet meer nodig was. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL25.46624
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoekster], V-nummer: [V-nummer] , verzoekster (gemachtigde: mr. R. Hijma),
en
de Minister van Asiel en Migratie, de minister (gemachtigde: mr. I.A.G. Lodders).

Procesverloop

Bij besluit van 24 september 2025 (het bestreden besluit) heeft de minister de aanvraag van verzoekster tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Frankrijk verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL25.46623, op 7 oktober 2025 op zitting behandeld. Verzoekster is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde.
Als tolk is verschenen S. Abbaszadeh Charandabi. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL25.46623, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.A.M. Elzakkers, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van S.N. Lekatompessij, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
16 oktober 2025

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.