ECLI:NL:RBDHA:2025:19557
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van een Azerbeidzjaanse nationaliteit wegens kennelijk ongegronde vrees voor vervolging
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 21 oktober 2025, wordt het beroep van eiser, een Azerbeidzjaanse nationaliteit, tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser had op 15 juni 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke door de minister van Asiel en Migratie op 22 augustus 2025 als kennelijk ongegrond werd afgewezen. De rechtbank heeft het beroep op 14 oktober 2025 behandeld, waarbij de gemachtigden van zowel eiser als verweerder aanwezig waren, maar eiser zelf niet. De rechtbank concludeert dat de problemen die eiser met de Azerbeidzjaanse autoriteiten stelt te hebben, niet geloofwaardig zijn. Eiser heeft onvoldoende bewijs geleverd voor zijn claims over de oproep voor militaire dienst en de beschuldigingen van landverraad. De rechtbank oordeelt dat verweerder terecht heeft geconcludeerd dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij een reëel risico op vervolging loopt bij terugkeer naar Azerbeidzjan. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de afwijzing van de asielaanvraag. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding.