ECLI:NL:RBDHA:2025:19535
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag en proceskostenvergoeding
Op 24 oktober 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, die een asielaanvraag had ingediend, was het niet eens met de niet-ontvankelijk verklaring van zijn aanvraag door de minister van Asiel en Migratie. Hij verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, terwijl hij ook beroep had ingesteld tegen de beslissing van de minister.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. In de uitspraak werd toegelicht dat, gezien de uitspraak op het beroep (zaaknummer NL25.37046), een voorlopige voorziening niet meer nodig was. De voorzieningenrechter heeft echter wel bepaald dat verzoeker recht heeft op een vergoeding van zijn proceskosten, die door de minister moet worden betaald. De vergoeding is vastgesteld op € 907,00, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht.
De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing. De voorzieningenrechter, mr. J.M. Emaus, heeft de uitspraak gedaan in aanwezigheid van griffier mr. N. Habibi. De zaak is behandeld in Arnhem, waar de zitting plaatsvond op 11 september 2025, met deelname van verzoeker en zijn gemachtigden.