ECLI:NL:RBDHA:2025:19520

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 oktober 2025
Publicatiedatum
27 oktober 2025
Zaaknummer
NL25.17363
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opleggen van een terugkeerbesluit aan een pasgeboren asielkind

Deze uitspraak betreft het opleggen van een terugkeerbesluit aan eiseres, een pasgeboren dochter van ouders die een asielaanvraag hebben ingediend. De rechtbank heeft op 24 oktober 2025 geoordeeld dat het terugkeerbesluit in stand kan blijven. De ouders van eiseres hebben ten onrechte een aanvraag ingediend om hun dochter mee te nemen in hun lopende asielaanvraag, aangezien er al op die aanvraag was beslist. De rechtbank erkent dat het niet netjes was dat de minister geen contact heeft opgenomen met de gemachtigde, maar ziet hierin geen reden om het beroep gegrond te verklaren.

Het procesverloop begon met een besluit van de minister op 4 april 2025, waarbij een terugkeerbesluit aan eiseres werd opgelegd. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, dat op 8 augustus 2025 is behandeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ouders van eiseres een formulier M35-J hebben ingediend, wat alleen kan als er nog geen besluit is genomen op de asielaanvraag van de betreffende ouder. Aangezien de aanvragen van de ouders al waren afgewezen, wordt het formulier niet beschouwd als een asielaanvraag voor eiseres.

De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is, omdat de ouders geen verblijfsrecht hebben en er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er kan binnen vier weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.17363

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 24 oktober 2025 in de zaak tussen

[eiseres], v-nummer: [nummer], eiseres

(gemachtigde: mr. M.M. Volwerk),
en

de minister van Asiel en Migratie,

(gemachtigde: mr. D. Gocan).

Samenvatting

1. Deze uitspraak gaat over het opleggen van een terugkeerbesluit aan eiseres. Eiseres is het hier niet mee eens en voert daartoe een aantal beroepsgronden aan. Aan de hand van deze beroepsgronden beoordeelt de rechtbank het terugkeerbesluit.
1.1.
De rechtbank komt in deze uitspraak tot het oordeel dat het terugkeerbesluit in stand kan blijven. De minister heeft namelijk terecht geconcludeerd dat de ouders van eiseres ten onrechte een aanvraag hebben ingediend om hun eiseres, hun pasgeboren dochter, mee te nemen in hun lopende asielaanvraag (M35-J asielaanvraag geboren kind). Op dat moment was namelijk al op die asielaanvraag beslist. Verder erkent de minister dat het niet netjes was om geen contact op te nemen met de gemachtigde, maar ziet de rechtbank daar in dit geval geen reden in om het beroep gegrond te verklaren. Hieronder legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
1.2.
Onder 2 staat het procesverloop in dit geding, onder 3 de achtergrond van de procedure en onder 4 volgt de beoordeling door de rechtbank. Aan het eind staat de beslissing van de rechtbank en de gevolgen daarvan.

Procesverloop

2. Bij besluit van 4 april 2025 (het bestreden besluit) heeft de minister aan eiseres een terugkeerbesluit opgelegd.
2.1.
Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld.
2.2.
De rechtbank heeft het beroep op 8 augustus 2025 op zitting behandeld. Voor eiseres is haar vader verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Beoordeling door de rechtbank

Achtergrond
1. Eiseres is geboren op [geboortedatum] 2025. Haar ouders hebben namens haar op 27 februari 2025 een aanvraag ingediend om hun pasgeboren dochter mee te nemen in hun lopende asielaanvraag (M35-J asielaanvraag geboren kind). De ouders van eiseres hadden namelijk op 22 februari 2024 een opvolgende asielaanvraag ingediend. Op 29 januari 2025 is er hierop een voornemen uitgebracht door de minister en op 31 januari 2025 afwijzende besluiten. Op 6 februari 2025 hebben zij beroepen ingesteld tegen deze afwijzingen.
2. De minister heeft op 4 april 2025 een terugkeerbesluit opgelegd. Hierbij stelt hij dat de ouders van eiseres ten onrechte een formulier M35-J hebben ingediend. Deze kan immers, zo volgt ook uit de tekst op het formulier, alleen ingediend worden in het geval de persoon die het formulier namens eiseres indient een lopende asielaanvraag heeft. Hier was geen sprake van omdat die aanvragen al waren afgewezen. Het formulier M35-J wordt dus niet beschouwd als de indiening van een asielaanvraag in de naam van eiseres en genereert ook geen verblijfsrecht in Nederland.
Beoordeling
3. Eiseres voert aan dat het terugkeerbesluit prematuur is. Er liepen nog beroepen tegen de afwijzing van de opvolgende asielverzoeken van de ouders van eiseres. De verzoeken om voorlopige voorziening waren toegewezen, waardoor er sprake was van schorsende werking. Verder is het onzorgvuldig dat dit besluit is genomen zonder vooraankondiging, aldus eiseres.
3.1.
Het is vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling), dat een asielaanvraag alleen ten behoeve van een hier te lande geboren kind geldend kan worden ingediend als er nog geen besluit is genomen op de asielaanvraag van de betreffende ouder. [1] Het formulier M35-J wordt in dit geval dus niet beschouwd als de indiening van een asielaanvraag in de naam van eiseres.
3.2.
Naar het oordeel van de rechtbank betekent dit dat het beroep in zoverre ongegrond is. Voor zover eiseres betoogt dat het onzorgvuldig was om zonder vooraankondiging een terugkeerbesluit te nemen, heeft de minister erkend dat het netter was geweest als hij contact had opgenomen met de gemachtigde over hoe met de geboorte van eiseres en haar verblijfsrecht om te gaan, in plaats van zonder meer een terugkeerbesluit op te leggen. Zoals ter zitting besproken was en is het namelijk de bedoeling van (de ouders van) eiseres en ook van de minister om de situatie van eiseres gelijk te trekken met die van de ouders en de rest van het gezin. De rechtbank stelt echter vast dat de beroepen van de ouders tegen de afwijzingen van hun aanvragen bij uitspraak van vandaag ongegrond zijn verklaard, [2] zodat zij geen verblijfsrecht hebben en aan hen ook een terugkeerbesluit blijft opgelegd. Dit betekent dat eiseres en de rest van het gezin zich in gelijke omstandigheden bevinden, zodat in zoverre aan het doel van het indienen van het formulier M35-J is voldaan. Eiseres heeft ook niet onderbouwd welk ander belang zij heeft bij een beoordeling van de vraag of de minister eerder zorgvuldig heeft gehandeld.
3.3.
Dit betekent dat het beroep ongegrond is. Voor een proceskostenveroordeling is geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.A. van der Straaten, rechter, in aanwezigheid van mr. N. El-Amrani, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen vier weken na de dag van bekendmaking.

Voetnoten

1.ABRvS 30 augustus 2006, ECLI:NL:RVS:2006:AY7690 (toen nog het formulier M35-K geheten), en 8 april 2021, ECLI:NL:RVS:2021:752.
2.zaaknummers: NL25.5607 en NL25.5609