Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoekster], verzoekster,
de minister van Asiel en Migratie, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
(negenhonderdenzeven euro).
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 22 oktober 2025 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van een asielzoekster. De verzoekster had op 24 juli 2023 asiel aangevraagd in Nederland, maar haar aanvraag werd niet in behandeling genomen omdat Kroatië verantwoordelijk was voor de behandeling. Dit leidde tot een overdrachtsbesluit. Na een eerdere toewijzing van een voorlopige voorziening op 22 november 2023, trok de overheid op 1 mei 2025 het eerdere besluit in, maar op 25 augustus 2025 werd opnieuw besloten de aanvraag niet in behandeling te nemen. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De rechtbank had aanvankelijk een zitting gepland op 23 oktober 2025, maar verplaatste deze naar 13 november 2025. De voorzieningenrechter oordeelde dat de overdracht aan Kroatië niet kon plaatsvinden voordat er op het beroep was beslist, gezien de uiterste overdrachtstermijn die op 1 november 2025 verstrijkt. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen, omdat het belang van verzoekster om de uitspraak in Nederland af te wachten zwaarder weegt dan het belang van de overheid om haar over te dragen. Tevens zijn de proceskosten van verzoekster vastgesteld op € 907.