ECLI:NL:RBDHA:2025:19300

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 oktober 2025
Publicatiedatum
22 oktober 2025
Zaaknummer
C/09/669626 / FA RK 24-5133
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Regeling inzake de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken met betrekking tot minderjarige kinderen

In deze beschikking van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 22 oktober 2025, wordt een regeling inzake de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken van minderjarige kinderen besproken. De rechtbank heeft eerder op 16 juli 2025 een beschikking gegeven waarin de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de moeder werd bepaald en het verzoek tot zorgregeling werd aangehouden in afwachting van hulpverlening door de jeugdorganisatie Bocah Donya. De rechtbank heeft nu de situatie opnieuw beoordeeld, waarbij de man heeft aangegeven dat het contactherstel met de kinderen niet van de grond komt. De Raad voor de Kinderbescherming heeft geadviseerd om het contactherstel onder begeleiding te laten plaatsvinden, maar er zijn zorgen over de weerstand van de kinderen tegen contact met de vader. De rechtbank heeft besloten om een onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming te gelasten om te bepalen of het belang van de minderjarigen zich verzet tegen contact met de vader en welke regeling in het belang van de kinderen het meest geschikt is. De rechtbank houdt de beslissing over de zorgregeling aan tot het onderzoek is afgerond.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 24-5133
Zaaknummer: C/09/669626
Datum beschikking: 22 oktober 2025

Regeling inzake de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken

Beschikking op het op 16 juli 2024 ingekomen verzoek van:

[de moeder] ,

de moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. M. Ahmadi te Rotterdam.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de vader] ,

de vader,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. M. Cortet te Utrecht.

Procedure

Bij beschikking van 16 juli 2025 van deze rechtbank is – voor zover hier van belang –:
  • de echtscheiding uit tussen partijen uitgesproken;
  • de hoofdverblijfplaats van de minderjarige kinderen van partijen bij de vrouw bepaald;
  • het verzoek met betrekking tot de regeling inzake de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken aangehouden in afwachting van de hulpverlening door Bocah Donya.
De rechtbank heeft vervolgens de volgende stukken ontvangen:
- een F9-formulier van 2 oktober 2025, met bijlage, van de vader;
- een F9-formulier van 7 oktober 2025, met bijlage, van de moeder.
- een F9-formulier van 8 oktober 2025, met bijlage, van de vader;
- een F9-formulier van 15 oktober 2025, met bijlage, van de moeder.

Beoordeling

De rechtbank handhaaft alles wat in de vorige beschikking is overwogen en beslist, voor zover in deze beschikking niet anders wordt overwogen of beslist.
Aan de orde is nog de door de man verzochte zorgregeling tussen hem en de kinderen. Op de zitting van 25 juni 2025 is het volgende besproken:
‘D
e vrouw wordt in de gemeente waar zij woont, ondersteund door jeugdorganisatie Bocah Donya. Zij zijn bezig de contactmomenten met vader tot stand te brengen. Omdat er nog geen hulpverlener is, die de taal van de vader spreekt, is dit nog niet van de grond gekomen. De Raad heeft op de zitting verklaard dat het, gelet op de omstandigheid dat de kinderen hun vader al een jaar niet hebben gezien, goed is om het contactherstel onder begeleiding plaats te laten vinden. Ook moet aan de vrouw ondersteuning worden geboden om draagvlak te creëren voor contacten tussen de man en de kinderen. De Raad acht het in het belang van de kinderen dat dit zeker eenmaal per twee weken plaatsvindt en dat het contact op korte termijn wordt opgestart. Te zijner tijd moet geëvalueerd worden of de man in staat is zelfstandig een weekend voor de kinderen te zorgen. Verder heeft de Raad de zorg uitgesproken dat er met de inzet van hulpverlening door Bocah Donya geen terugkoppeling naar de Raad is. Op de zitting is besproken dat het tot stand brengen van het contactherstel voor nu wordt overgelaten aan Bocah Donya. In het geval dit niet op een redelijke termijn tot positieve resultaten leidt, dienen partijen de rechtbank hierover te informeren. De rechtbank kan partijen dan doorverwijzen naar een hulpverlenende instantie, waarbij tevens een lus naar de Raad zal worden opgenomen. De rechtbank zal een beslissing op het verzoek tot vaststellen van een zorgregeling daarom aanhouden voor de duur van zes maanden.’
De man heeft de rechtbank geïnformeerd dat het contactherstel niet van de grond komt en dat volgens hem Bocah Donya niet in staat is uitvoering te geven aan de opdracht van de rechtbank. Uit het door de moeder toegestuurde verslag van Bocah Donya blijkt – kort gezegd – dat de kinderen niet open staan voor contact met de vader, zij vertonen signalen van angst en weerstand, en de hulpverlener kan er door de huidige omstandigheid dat er tweewekelijks belcontact moet zijn met vader, niet achter komen waardoor dit bij de kinderen speelt. Bocah Donya adviseert een stopmaand in te lassen voor de belcontacten en het videobellen nog niet op te starten. Verder wordt hulpverlening voor vader geadviseerd.
In de beschikking van 16 juli 2025 heeft de rechtbank overwogen dat, in het geval het contactherstel niet door Bocah Donya bewerkstelligd kan worden, de rechtbank de ouders zal doorverwijzen naar een hulpverlenende instantie in het kader van Uniform Hulpaanbod. Het is de rechtbank gebleken dat doorverwijzing niet mogelijk is, omdat de moeder en de kinderen niet in de regio Haaglanden, Midden Holland of Holland-Rijnland wonen. Gelet op het verslag van Bocah Donya acht de rechtbank voortzetting van de hulpverlening wel noodzakelijk en zij zal daarom een onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming gelasten.
Het onderzoek dient de vraag te betreffen of het belang van de minderjarigen zich tegen contact met de vader verzet en zo nee, welke regeling inzake de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken in het belang van de minderjarigen is. De rechtbank zal een beslissing op het verzoek tot vaststelling van een zorgregeling daarom nogmaals aanhouden tot na te noemen datum.

Beslissing

De rechtbank:
verzoekt de Raad voor de Kinderbescherming een onderzoek te verrichten met het hiervoor omschreven doel en daarover aan de rechtbank te rapporteren en advies uit te brengen;
indien de raad van mening is dat een regeling inzake de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken niet in strijd is met de zwaarwegende belangen van de minderjarigen terwijl er geen contact is tussen de vader en de minderjarigen, verzoekt de rechtbank de raad een vervolgonderzoek te doen naar de wijze waarop contact gerealiseerd kan worden, indien nodig met behulp van proefcontacten;
de raad kan daartoe telefonisch een eerste afspraak maken met de ouders, die te bereiken zijn op de volgende telefoonnummers: [telefoonnummer 1] (advocaat vader) en [telefoonnummer 2] (advocaat moeder);
bepaalt dat de griffier een afschrift van de processtukken aan de Raad voor de Kinderbescherming zal toesturen;
houdt de behandeling aan tot
1 april 2026 pro forma; uiterlijk op die datum dient de Raad voor de Kinderbescherming zo mogelijk zijn rapport met advies te hebben uitgebracht
aan de rechtbank met kopie aan beide ouders en hun advocaten;
houdt iedere verdere beslissing
ten aanzien van de regeling inzake de verdeling van de zorg- en opvoedingstakenaan.
Deze beschikking is gegeven door mr. J. Visser, rechter, tevens kinderrechter, bijgestaan door mr. P. Hillebrand als griffier, en uitgesproken op de openbare zitting van 22 oktober 2025.