ECLI:NL:RBDHA:2025:19069

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
21 augustus 2025
Publicatiedatum
17 oktober 2025
Zaaknummer
C/09/672823 / FA RK 24-6772
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging alimentatie jongmeerderjarige met geschil over ingangsdatum en proceskostenveroordeling

In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 21 augustus 2025 een beschikking gegeven inzake een verzoek tot wijziging van de alimentatie voor een jongmeerderjarige. De vader heeft verzocht om de alimentatie voor zijn zoon, die geboren is op [geboortedatum] 2005, te verlagen naar € 80,- per maand met ingang van 1 augustus 2023. De vader heeft sinds augustus 2024 geen alimentatie betaald, omdat er onenigheid was over de ingangsdatum en de terugbetaling van te veel ontvangen alimentatie door de zoon. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van een wijziging van omstandigheden, waardoor de vader ontvankelijk is in zijn verzoek. Tijdens de zitting hebben de vader en de zoon overeenstemming bereikt over de hoogte van de alimentatie, maar niet over de ingangsdatum en de terugbetaling. Uiteindelijk is besloten dat de alimentatie met ingang van 1 augustus 2023 op € 80,- per maand wordt vastgesteld. De zoon moet een bedrag van € 544,74 terugbetalen aan de vader wegens te veel ontvangen alimentatie. De rechtbank heeft bepaald dat iedere partij zijn eigen proceskosten draagt, om de relatie tussen vader en zoon niet verder te belasten.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 24-6772
Zaaknummer: C/09/672823
Datum beschikking: 21 augustus 2025

Alimentatie

Beschikking op het op 10 september 2024 ingekomen verzoek van:

[de vader] ,

de vader,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. J.E. Sondorp in Gouda.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de zoon] ,

de zoon,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. F.S.M. Oudijk in Gouda.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
  • het verzoekschrift;
  • het verweerschrift tevens zelfstandig verzoek van de jong-meerderjarige;
  • het verweer tegen het zelfstandig verzoek;
Op 12 augustus 2025 is de zaak op de zitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen:
  • de vader, bijgestaan door waarnemend advocaat mr. R.C. van Bakel;
  • de zoon, bijgestaan door zijn advocaat.

Feiten

  • De vader is gehuwd geweest met de moeder van de zoon, van [datum 1] 2003 tot [datum 2] 2007.
  • Uit het huwelijk is op [geboortedatum] 2005 in [plaats] de zoon geboren.
  • Bij beschikking van de rechtbank Utrecht van 18 juli 2007 is het echtscheidingsconvenant aan de beschikking gehecht. Uit artikel 3 van het echtscheidingsconvenant volgt dat de vader met ingang van 1 augustus 2007 een kinderalimentatie zal betalen aan de moeder van de zoon van 0,85% van het bruto jaarsalaris van de vader, met een minimum van € 335,- per maand.
  • Als gevolg van de wijziging van rechtswege op grond van artikel 1:402a van het Burgerlijk Wetboek (BW) bedraagt de door de vader te betalen alimentatie voor de zoon sinds 1 januari 2025 € 486,66 per maand.

Verzoek en verweer

Het verzoek van de vader luidt, een en ander voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
  • met wijziging van de beschikking van de rechtbank Utrecht van 18 juli 2007, de alimentatie voor de zoon met ingang van [geboortedatum] 2023 te bepalen op € 80,- per maand;
  • de zoon te veroordelen om de sinds [geboortedatum] 2023 te veel ontvangen alimentatie van
  • de zoon te veroordelen in de proceskosten.
De zoon voert verweer.
Daarnaast verzoekt hij zelfstandig, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
  • de bij beschikking van de rechtbank Utrecht van 18 juli 2007 vastgestelde kinderalimentatie te wijzigen en te bepalen op € 80,- per maand, met ingang van 15 juli 2024 dan wel 1 augustus 2024;
  • te bepalen dat de vader tot aan de nieuwe ingangsdatum de achterstallige alimentatie moet voldoen;
  • te bepalen dat ieder de eigen proceskosten draagt.

Beoordeling

Ontvankelijkheid
Op grond van artikel 1:401 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan een rechterlijke uitspraak of een overeenkomst betreffende levensonderhoud bij latere rechterlijke uitspraak worden gewijzigd of ingetrokken, wanneer zij nadien door wijziging van omstandigheden ophoudt aan de wettelijke maatstaven te voldoen.
Het staat niet ter discussie dat er sprake is van een wijziging van omstandigheden zoals bedoeld in artikel 1:401 lid 1 BW. De rechtbank zal de vader daarom ontvangen in zijn verzoek.
Inhoudelijke beoordeling
Voorafgaand aan de zitting hebben de vader en de zoon overeenstemming bereikt over de hoogte van de gewijzigde alimentatie. Zij hebben met hulp van hun advocaten een alimentatieberekening gemaakt en afgesproken dat de alimentatie € 80,- per maand zal bedragen. Deze afspraak hebben zij in juli 2024 gemaakt. De vader en de zoon zijn het alleen niet eens geworden over de ingangsdatum en of de zoon de te veel ontvangen alimentatie moet terugbetalen. Daarom heeft de vader sinds augustus 2024 geen alimentatie betaald.
In de periode van de onderhandelingen heeft de vader over de periode vanaf 1 augustus 2023 € 4.209,48 aan alimentatie betaald.
Op de zitting is de situatie uitvoerig met partijen besproken. Zij hebben uiteindelijk overeenstemming bereikt en afgesproken dat 1 augustus 2023 als ingangsdatum wordt gehanteerd. Wat betreft de tot 1 augustus 2024 te veel betaalde alimentatie van € 3.169,48- (4.209,48 – (13x80)) hebben partijen de afspraak gemaakt dat zij dit zullen delen. Dit betekent dat de zoon over de periode van 1 augustus 2023 tot 1 augustus 2024 nog een bedrag van € 1.584,74 zal terugbetalen aan de vader. Over de periode vanaf 1 augustus 2024 tot en met deze maand moest de vader 13 termijnen van € 80,- betalen. Dat komt neer op een bedrag van € 1.040,-. Dit betekent dat de zoon € 544,74 (€ 1.584,74 - € 1.040,-) moet terugbetalen.
Proceskosten
In familiezaken wordt terughoudend omgegaan met een proceskostenveroordeling, om te voorkomen dat de relatie tussen partijen verder wordt belast. In veel gevallen moeten en willen partijen nog met elkaar door, zoals in deze situatie als vader en zoon. Als hoofdregel geldt dan ook dat iedere partij de eigen kosten draagt. Alleen in uitzonderlijke gevallen wordt afgeweken van deze hoofdregel. De rechtbank ziet daar in deze zaak geen aanleiding toe.

Beslissing

De rechtbank – met wijziging in zoverre van de beschikking van 18 juli 2007 van de rechtbank Utrecht – :
*
stelt de door de vader te betalen alimentatie voor de jong-meerderjarige [de zoon] , geboren op [geboortedatum] 2025 in [plaats] , met ingang van 1 augustus 2023, vast op
€ 80,- per maand, vanaf vandaag telkens bij vooruitbetaling aan de zoon te voldoen;
*
stelt vast dat de zoon aan de vader een bedrag van € 544,74 zal terugbetalen wegens te veel ontvangen alimentatie;
*
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
*
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. C. van Hees, rechter, bijgestaan door mr. A.I. Knops als griffier, en uitgesproken op de openbare zitting van 21 augustus 2025.