ECLI:NL:RBDHA:2025:18830

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 oktober 2025
Publicatiedatum
14 oktober 2025
Zaaknummer
C/09/671211 / FA RK 24-5944
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Echtscheiding met nevenvoorzieningen, hoofdverblijfplaats, zorgregeling, alimentatie, verdeling en exhibitieverzoek

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 oktober 2025 een beschikking gegeven in een echtscheidingsprocedure tussen een vrouw en een man, die op 2 maart 2009 in Bodegraven zijn gehuwd. De vrouw heeft op 15 augustus 2024 een verzoek tot echtscheiding ingediend, met nevenvoorzieningen zoals de hoofdverblijfplaats van de kinderen, zorgregeling, alimentatie en verdeling van de huwelijkse gemeenschap. De man is niet verschenen op de zitting, waardoor zijn standpunten niet zijn gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat het huwelijk duurzaam is ontwricht en heeft het verzoek tot echtscheiding toegewezen. De hoofdverblijfplaats van de minderjarige kinderen is bij de vrouw bepaald, terwijl de zorgregeling is vastgesteld op basis van de wensen van de vrouw en het belang van de kinderen. De rechtbank heeft ook alimentatie voor de kinderen en partneralimentatie vastgesteld, evenals de verdeling van de huwelijkse gemeenschap. De man is verplicht om bepaalde financiële gegevens te verstrekken om de alimentatie en verdeling correct te kunnen afhandelen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, met een pro forma datum voor verdere beslissingen op 15 december 2025.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige Kamer
Rekestnummer: FA RK 24-5944
Zaaknummer: C/09/671211
Datum beschikking: 8 oktober 2025

Scheiding

Beschikking op het op 15 augustus 2024 ingekomen verzoek van:

[de vrouw] ,

de vrouw,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. F.S.M. Oudijk te Gouda.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de man] ,

de man,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres.

Procedure

De rechtbank heeft kennis genomen van de stukken waaronder:
  • het verzoekschrift;
  • het exploot van betekening van het verzoekschrift van 19 augustus 2024;
  • het aanvullend verzoekschrift;
  • het exploot van betekening van het aanvullend verzoekschrift van 15 november 2024;
  • het F9-formulier van 14 november 2024 van de zijde van de vrouw, met bijlage;
  • het F9-formulier van 7 augustus 2025 van de zijde van de vrouw, met bijlagen.
De minderjarigen [de minderjarige 1] , [de minderjarige 2] en [de minderjarige 3] zijn in de gelegenheid gesteld hun mening kenbaar te maken, maar hebben hier geen gebruik van gemaakt.
Op 3 september 2025 is de zaak op de zitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen:
  • de vrouw met advocaat;
  • [naam 1] en [naam 2] namens de Raad voor de Kinderbescherming.
De man is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet ter zitting verschenen.

Feiten

  • Partijen zijn gehuwd op 2 maart 2009 te Bodegraven.
  • Zij zijn de ouders van de volgende minderjarige kinderen:
– [de minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2010 te [geboorteplaats] ,
– [de minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2012 te [geboorteplaats] ,
– [de minderjarige 3] , geboren op [geboortedatum 3] 2016 te [geboorteplaats] ,
– [de minderjarige 4] , geboren op [geboortedatum 4] 2021 te [geboorteplaats] .
  • De ouders oefenen het gezamenlijk gezag over de kinderen uit.
  • Partijen zijn gehuwd in gemeenschap van goederen.

Verzoek en verweer

Het verzoek van de vrouw zoals dat na wijziging luidt, strekt tot echtscheiding, met nevenvoorzieningen tot:
  • vaststelling van de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de vrouw;
  • vaststelling van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken over de kinderen, in die zin dat:
– de kinderen in de even weken vanaf vrijdag 19.00 uur na het avondeten tot zondag om 19.00 uur na het avondeten bij de man zijn, waarbij de man de kinderen haalt en brengt;
– de vakanties en feestdagen als volgt worden verdeeld:
i. voorjaarsvakantie: in de even jaren de hele week bij de vrouw, in de oneven jaren de hele week bij de man, vanaf vrijdag na het eten om 19.00 uur tot zondagavond na het eten om 19.00 uur;
ii. meivakantie: in de even jaren de eerste helft bij de man van vrijdag na het eten om 19.00 uur de middelste dag van de vakantie na het eten om 19.00 uur, en de tweede helft bij de vrouw, in de oneven jaren andersom;
iii. zomervakantie: in de even jaren de eerste helft bij de man vanaf vrijdag na het eten om 19.00 uur en de tweede helft bij de vrouw met het wisselmoment op de middelste zondag na het eten om 19.00 uur, in de oneven jaren andersom;
iv. herfstvakantie: in de even jaren de hele week bij de man, in de oneven jaren de hele week bij de vrouw, vanaf vrijdag na het eten om 19.00 uur tot zondagavond na het eten om 19.00 uur;
v. kerstvakantie: in de even jaren de eerste helft bij de vrouw en de tweede helft bij de man vanaf de middelste zondag na het eten om 19.00 uur tot de zondag voorafgaande aan dat de school weer start na het eten om 19.00 uur, in de oneven jaren andersom;
vi. feestdagen: de kinderen zullen de nationaal erkende feestdagen doorbrengen bij die ouder waar zij volgens de reguliere regeling dan wel vakantieregeling verblijven, met uitzondering van de islamitische feestdagen:
– het Suikerfeest: in de ochtend met de man naar het ochtendgebed (omstreeks 07.00 uur) en de man brengt hen om 12.00 uur (voor de lunch) naar de vrouw;
– het Offerfeest: de tweede dag bij de man vanaf het ochtendgebed
(omstreeks 07.00 uur) tot ’s avonds na het eten om 19.00 uur, en voor het overige bij de vrouw;
– vaststelling van kinderalimentatie van € 398,- per maand per kind, in totaal € 1.591,- per maand, bij vooruitbetaling te voldoen, met ingang van datum indiening verzoek;
– vaststelling van door de man aan de vrouw te bepalen partneralimentatie van € 1.347,- per maand, bij vooruitbetaling te voldoen, met ingang van datum indiening verzoek;
  • toedeling aan de vrouw van het huurrecht van de echtelijke woning;
  • bepaling dat de inboedel van partijen in de echtelijke woning is verdeeld en dat partijen over en weer voor wat betreft de inboedel niets meer van elkaar te vorderen hebben;
  • ten aanzien van de huwelijksgemeenschap, als volgt:

auto’s en exhibitieverzoek:

A. de Mini Countryman met kenteken [kenteken 1] , bouwjaar 2011, zonder nadere verrekening aan de vrouw toebedelen en de man veroordelen om binnen 48 uur na de te wijzen beschikking mee te werken aan het op naam van de vrouw stellen van deze auto, onder gelijktijdige bezitsverschaffing van deze auto aan de vrouw;
B. de man te veroordelen om binnen één maand na de te wijzen beschikking op grond van artikel 843a Rv afdoende inzicht met de daartoe benodigde verificatoire bewijsstukken te verschaffen in de kilometerstand en waarde van de Audi Sq5 met kenteken [kenteken 2] , op basis waarvan vervolgens via de ANWB Koerslijst de dagwaarde van de auto zal worden vastgesteld;
C. de Audi Sq5 met kenteken [kenteken 2] , bouwjaar 2018, aan de man toebedelen, waarbij de man de vrouw wegens overbedeling moet betalen de helft van het bedrag waarmee hij wordt overbedeeld, inhoudende de helft van de dagwaarde van de auto op het moment van de te wijzen beschikking;
bank- en spaarrekeningen en exhibitieverzoek:
A. de man te veroordelen om binnen één maand na de beschikking op grond van artikel 843a Rv afdoende inzicht met de daartoe benodigde verificatoire bewijsstukken te verschaffen in:
– de aangifte en aanslag inkomstenbelasting van 2021 tot heden;
– de financiële stukken van de eenmanszaak [bedrijfsnaam] van 2021 tot heden, waaronder in ieder geval de balans en de winst- en verliesrekening en indien beschikbaar de jaarrekening;
– stukken ter onderbouwing van de waarde van de activa van de eenmanszaak [bedrijfsnaam] ;
– de saldi op de peildatum van alle bankrekeningen ten name van de man, partijen, de kinderen en de eenmanszaak [bedrijfsnaam] ;
waarbij de vrouw nog vier weken krijgt om hierop te reageren en nadere verzoeken in te dienen;
de activa en de passiva van de eenmanszaak [bedrijfsnaam] toebedelen aan de man, waarbij de man wegens overbedeling aan de vrouw binnen een maand moet betalen de helft van het bedrag waarmee hij wordt overbedeeld op de peildatum, inhoudende de helft van de waarde van de activa van de onderneming op de peildatum;
bepaling dat de vrouw de bankrekening met rekeningnummer [bankrekening] bij uitsluiting van de man zal voortzetten en dat de man de overige bankrekeningen zal voortzetten, en dat de man aan de vrouw wegens overbedeling binnen een maand moet betalen de helft van het bedrag waarmee hij wordt overbedeeld, inhoudende de helft van de saldi op de peildatum van de bankrekeningen die de man voortzet;
een en ander voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad en kosten rechtens.
De man heeft geen verweer gevoerd.

Beoordeling

Echtscheiding
Ontvankelijkheid – ontbreken ouderschapsplan
Bij het indienen van een verzoek tot echtscheiding is het wettelijk verplicht om een ouderschapsplan over te leggen. De ouders hebben dat niet gedaan. Daarom heeft de rechtbank de bevoegdheid om het verzoek niet-ontvankelijk te verklaren, tenzij er redenen zijn om aan te nemen dat het ouderschapsplan redelijkerwijs niet kan worden overgelegd (artikel 815, zesde lid, Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering).
De vrouw heeft gesteld dat er geen ouderschapsplan ondertekend kan worden, omdat het niet goed lukt om in contact te komen met de man. De ouders kunnen daarom niet in onderling overleg komen tot het opstellen van een ouderschapsplan.
De vrouw heeft naar het oordeel van de rechtbank voldoende gemotiveerd dat het voor haar niet mogelijk is om een door beide ouders akkoord bevonden ouderschapsplan over te leggen. De rechtbank zal de vrouw ontvangen in haar verzoek tot echtscheiding met nevenvoorzieningen.
Inhoudelijke beoordeling
De vrouw heeft onweersproken gesteld dat het huwelijk duurzaam is ontwricht, zodat het verzoek tot echtscheiding als op de wet gegrond kan worden toegewezen.
Hoofdverblijfplaats
De vrouw verzoekt de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij haar te bepalen. Volgens de vrouw is zij namelijk de hoofdverzorger van de kinderen en ze zal dit ook na de echtscheiding blijven.
De rechtbank zal het verzoek ten aanzien van de hoofdverblijfplaats als niet weersproken en op de wet gegrond toewijzen, nu ook niet is gebleken dat het belang van de kinderen zich daartegen verzet.
Zorgregeling
De vrouw vindt het belangrijk dat de kinderen contact hebben met hun vader. De vrouw denkt dat er in de woning waar de man nu verblijft, voldoende ruimte is voor de kinderen en ze verzoekt daarom een weekendregeling van vrijdag 19.00 uur tot zondagavond 19.00 uur. Ook verzoekt de vrouw een regeling voor de vakanties en feestdagen.
De rechtbank overweegt als volgt. De rechtbank acht het, net als de vrouw, in het belang van de kinderen dat zij contact hebben met de man. Doordat de man niet ter zitting aanwezig was, heeft de rechtbank niet met hem kunnen bespreken welke regeling wat hem betreft passend zou zijn. Het is daarom ook niet duidelijk geworden of het mogelijk is – gelet op zijn woonsituatie – dat de kinderen bij de man overnachten. De rechtbank bepaalt daarom dat de kinderen bij de man zullen zijn om de week op zaterdag van 10.00 uur tot 19.00 uur en zondag van 10.00 uur tot 19.00 uur. Het staat de ouders uiteraard vrij om in onderling overleg een andere regeling, eventueel met overnachting, te bepalen. De rechtbank spreekt de verwachting en hoop uit dat de man de regeling zal nakomen, omdat het erg belangrijk is voor de kinderen om ook bij hun vader te zijn.
Ten aanzien van de vakanties zal de rechtbank bepalen dat deze bij helfte worden verdeeld. De kinderen kunnen dan in gelijke mate met de ouders tijd doorbrengen. De rechtbank zal bepalen dat elke schoolvakantie wordt verdeeld in aaneengesloten perioden, waarbij iedere ouder een helft van de vakantie heeft. Bij elke vakantie krijgt één van de ouders de eerste keuze ten aanzien van welke helft van de vakantie hij of zij wil. De andere ouder heeft de resterende helft. Wie de eerste keuze heeft zal per jaar verschillen. De ene ouder heeft het ene jaar de eerste keuze en de andere ouder het andere jaar. Drie maanden voor een vakantie moet aangegeven zijn of er gebruik gemaakt wordt van ‘het keuzerecht’, anders zal de andere ouder mogen kiezen welk gedeelte van de vakantie hij of zij wil.
De rechtbank zal voor de feestdagen het verzoek van de vrouw toewijzen. De kinderen zullen de nationaal erkende feestdagen doorbrengen bij de ouder bij wie zij volgens de reguliere regeling of vakantieregeling verblijven, met uitzondering van de Islamitische feestdagen. Voor de Islamitische feestdagen geldt een aparte regeling, zoals is opgenomen in de beslissing.
De rechtbank neemt de verdeling van de vakanties en feestdagen schematisch op in het dictum van de beschikking. Het meer of anders verzochte ten aanzien van de vakantie- en feestdagenregeling wordt afgewezen.
Huurrecht
De vrouw verzoekt het huurrecht van de echtelijke woning. Ter onderbouwing van dit verzoek brengt zij naar voren dat zij nagenoeg alleen de zorg draagt voor de kinderen van partijen. De vrouw acht het in het belang van de kinderen dat de kinderen in de voor hen vertrouwde omgeving kunnen blijven wonen. Daarnaast is de man op 18 april 2024 uit de echtelijke woning vertrokken en verblijft sindsdien elders.
De rechtbank zal het verzoek als niet weersproken en op de wet gegrond toewijzen.
Exhibitieverzoek (artikel 843a Rv)
De vrouw wenst in het kader van de echtscheiding een bijdrage van de man voor kinder- of partneralimentatie en een verdeling van de huwelijkse gemeenschap. De vrouw beschikt niet over afdoende gegevens om tot een correcte afwikkeling van de huwelijksgemeenschap te komen, noch om een alimentatieberekening te maken. De vrouw heeft daarom verzocht om de man te bevelen om de door haar genoemde stukken in het geding te brengen.
De rechtbank overweegt als volgt. De rechtbank zal de zaak voor een maand aanhouden om de man in de gelegenheid te stellen om de door de vrouw verzochte stukken in het geding te brengen. Zoals ter zitting is afgesproken, heeft de vrouw vervolgens in ieder geval vier weken de tijd om hierop te reageren. Indien de man nalaat de stukken in het geding te brengen, zal de rechtbank daaruit de conclusies trekken die zij geraden acht.
De rechtbank zal na de hierna te noemen pro forma datum beslissen of er een nadere zitting zal worden bepaald of dat de zaak op basis van de ingediende stukken afgedaan zal worden.

Beslissing

De rechtbank:
*
spreekt de echtscheiding uit tussen partijen, gehuwd op 2 maart 2009 te Bodegraven;
*
bepaalt dat de minderjarigen:
– [de minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2010 te [geboorteplaats] ,
– [de minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2012 te [geboorteplaats] ,
– [de minderjarige 3] , geboren op [geboortedatum 3] 2016 te [geboorteplaats] ,
– [de minderjarige 4] , geboren op [geboortedatum 4] 2021 te [geboorteplaats] ,
de hoofdverblijfplaats zullen hebben bij de vrouw;
*
bepaalt dat de minderjarigen bij de man zullen zijn:
– in de even weken op zaterdag van 10.00 uur tot 19.00 uur en zondag van 10.00 uur tot 19.00 uur;
*
bepaalt dat de minderjarigen gedurende de vakanties en feestdagen volgens onderstaand schema bij de ouders zullen verblijven, waarbij elke schoolvakantie wordt verdeeld in aaneengesloten perioden en iedere ouder een helft van de vakantie heeft en waarbij geldt dat een keuze drie maanden voor de vakantie kenbaar moet zijn gemaakt aan de andere ouder; gebeurt dat niet (tijdig) dan heeft de andere ouder de eerste keuze:
voorjaarsvakantieoneven jaren vrouw eerste keus, even jaren man eerste keus;
meivakantieoneven jaren vrouw eerste keus, even jaren man eerste keus;
zomervakantieoneven jaren vrouw eerste keus, even jaren man eerste keus;
herfstvakantieoneven jaren vrouw eerste keus, even jaren man eerste keus;
kerstvakantieoneven jaren vrouw eerste keus, even jaren man eerste keus;
Suikerfeestin de ochtend met de man naar het ochtendgebed (omstreeks 07.00 uur) en de man brengt hen om 12.00 uur (voor de lunch) naar de vrouw
Offerfeestde tweede dag bij de man vanaf het ochtendgebed (omstreeks 07.00 uur) tot ’s avonds na het eten om 19.00 uur, en voor het overige bij de vrouw
nationale feestdagenbij de ouder bij wie de kinderen volgens de reguliere regeling of vakantieregeling verblijven;
*
bepaalt dat de vrouw met ingang van de dag van inschrijving van deze beschikking in de registers van de burgerlijke stand de huurster zal zijn van de woonruimte aan het [adres] te ( [postcode] ) [plaats] ;
*
bepaalt dat de man uiterlijk op 8 november 2025 aan de vrouw en aan de rechtbank de volgende bescheiden moet verstrekken:
– bewijsstukken over de kilometerstand en waarde van de Audi Sq5 met kenteken
[kenteken 2] ;
– de aangifte en aanslag inkomstenbelasting van 2021 tot heden;
– de beschikbare financiële stukken van de eenmanszaak [bedrijfsnaam] van 2021 tot heden;
– stukken ter onderbouwing van de waarde van de activa van de eenmanszaak [bedrijfsnaam] ;
– de saldi op de peildatum van alle bankrekeningen ten name van de man, partijen, de kinderen en de eenmanszaak [bedrijfsnaam] van de man per peildatum.
*
bepaalt dat de vrouw, indien de man de verzochte stukken overlegt, uiterlijk op 15 december 2025 reageert op de door de man overgelegde stukken;
*
verklaart deze beschikking tot zover – met uitzondering van het uitspreken van de echtscheiding – uitvoerbaar bij voorraad;
*
houdt iedere verdere beslissing ten aanzien van de kinder- en/of partneralimentatie en de afwikkeling dan wel verdeling van het huwelijkse vermogen aan tot
15 december 2025 pro forma.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.S. Perniciaro, rechter, tevens kinderrechter, bijgestaan door mr. E.M. van Middelkoop als griffier, en uitgesproken op de openbare zitting van 8 oktober 2025.