Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Opvolgende rechterlijke machtiging
[cliënt] ,
ProcesverloopHet procesverloop blijkt uit het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 4 september 2025.
Standpunten ter zitting
Beoordeling
.
Rechtbank Den Haag
Op 25 september 2025 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in een zaak betreffende een opvolgende rechterlijke machtiging voor een cliënt met vasculaire dementie. Het verzoek tot machtiging werd ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor een periode van vijf jaar, maar de rechtbank oordeelde dat dit te lang was gezien de progressieve aard van de aandoening van de cliënt. De cliënt, geboren in 1949, verblijft momenteel in een zorginstelling en heeft een geschiedenis van verzet tegen opname, maar is niet in staat om zelfstandig voor zichzelf te zorgen. Tijdens de zitting werd duidelijk dat de cliënt, ondanks zijn wens om naar huis te gaan, niet in staat is om de zorg voor zichzelf adequaat te regelen. De verpleegkundige specialist en de mentor/bewindvoerder gaven aan dat de cliënt meer ondersteuning nodig heeft en dat zelfstandig wonen niet langer verantwoord is. De rechtbank concludeerde dat de cliënt ernstig nadeel zou ondervinden als hij terugkeert naar zijn oude thuissituatie. Daarom werd besloten om de machtiging voor een jaar te verlenen, met de mogelijkheid tot eerder toetsmoment, om de situatie van de cliënt beter te kunnen monitoren. De beschikking is gegeven door rechter M.L. Sandberg-Crommelin, bijgestaan door griffier T.C. Melman, en is uitgesproken tijdens de openbare zitting op 25 september 2025.