ECLI:NL:RBDHA:2025:18727
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.J. Paffen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met internationale bescherming in Italië
Op 10 oktober 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een asielzaak waarbij de voorzieningenrechter, mr. M.J. Paffen, het verzoek om een voorlopige voorziening heeft afgewezen. De zaak betreft een verzoeker die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd, maar wiens aanvraag door de minister van Asiel en Migratie op 25 juli 2025 niet-ontvankelijk was verklaard. De reden hiervoor was dat de verzoeker internationale bescherming geniet in Italië.
De verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat, gezien de uitspraak van dezelfde rechtbank op dezelfde dag in een andere zaak (zaaknummer NL25.35139), er geen noodzaak meer was voor een voorlopige voorziening. Hierdoor werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen.
De uitspraak is gedaan zonder zitting, op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De voorzieningenrechter heeft ook aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze uitspraak.