Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoeker], verzoeker,
de minister van Asiel en Migratie, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 2 oktober 2025 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, die een aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier had ingediend met het doel 'arbeid als zelfstandige voor langdurig ingezetenen', kreeg op 15 september 2023 te horen dat zijn aanvraag was afgewezen door de minister van Asiel en Migratie. Na het indienen van bezwaar, werd dit bezwaar op 4 april 2024 ongegrond verklaard. Hierop heeft verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er op 27 februari 2025 al een uitspraak is gedaan op het beroep, waardoor een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Dit leidde tot de afwijzing van het verzoek om een voorlopige voorziening. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.