Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser
de minister van Asiel en Migratie, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl. De uitspraak is bekendgemaakt op:
Rechtbank Den Haag
Op 7 oktober 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de bewaring van een Poolse vreemdeling, eiser, door de minister van Asiel en Migratie, verweerder. De rechtbank heeft het beroep van eiser tegen de maatregel van bewaring ongegrond verklaard. Eiser had op 17 september 2025 een maatregel van bewaring opgelegd gekregen op basis van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, dat tevens als verzoek om schadevergoeding werd aangemerkt. Tijdens de zitting op 1 oktober 2025 was eiser aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde, en de zitting vond plaats zonder tolk, omdat eiser de Nederlandse taal voldoende beheerst.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de gronden voor de maatregel van bewaring niet zijn betwist door eiser. De rechtbank oordeelt dat de gronden feitelijk juist zijn en voldoende zijn toegelicht. Eiser heeft aangevoerd dat verweerder ten onrechte geen lichter middel heeft toegepast, maar de rechtbank oordeelt dat verweerder voldoende heeft gemotiveerd waarom dit niet mogelijk was. Eiser heeft eerder de mogelijkheid gehad om zelfstandig naar zijn land van herkomst terug te keren, maar heeft dit niet gedaan. De rechtbank concludeert dat er een reëel risico op onttrekking aan toezicht bestaat en dat de maatregel van bewaring gerechtvaardigd is.
Het beroep van eiser is ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding is afgewezen. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen één week na bekendmaking.