Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser,V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiser op 25 april 2025 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn asielaanvraag, die op 2 januari 2024 was ingediend. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat volgens artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit. Eiser heeft zijn asielaanvraag op 2 januari 2024 ingediend, en de beslistermijn van zes maanden eindigde op 2 juli 2024. Eiser heeft verweerder op 11 april 2025 rechtsgeldig in gebreke gesteld, waarna de termijn van twee weken voor het indienen van beroep begon. Eiser heeft zijn beroep op 25 april 2025 ingediend, wat betekent dat het beroep prematuur was, aangezien verweerder tot en met die datum nog de gelegenheid had om een besluit te nemen. De rechtbank heeft daarom het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard en eiser krijgt geen proceskostenvergoeding. De uitspraak is gedaan op 6 oktober 2025 door mr. K.M. de Jager, rechter, in aanwezigheid van mr. Y. Chakur, griffier, en is openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie.