In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 6 oktober 2025, zijn de beroepen van twee Somaliërs, eiseres 1 en eiseres 2, tegen de afwijzing van hun asielaanvragen door de minister van Asiel en Migratie behandeld. De rechtbank oordeelt dat de bestreden besluiten, waarin de aanvragen als ongegrond zijn afgewezen, gebreken vertonen in de motivering van de geloofwaardigheidsbeoordeling. Eiseres 1, die in Somalië werkte bij de gemeentelijke reinigingsdienst, heeft te maken gehad met bedreigingen van Al-Shabaab, wat haar vrees voor vervolging bij terugkeer naar Somalië onderbouwt. Eiseres 2, de dochter van eiseres 1, is ten tijde van de aanvragen minderjarig en heeft ook vrees voor herbesnijdenis. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister onvoldoende rekening heeft gehouden met de verklaringen van eiseressen en dat de geloofwaardigheid van hun asielmotieven niet deugdelijk is beoordeeld. De rechtbank vernietigt de bestreden besluiten en draagt de minister op om binnen acht weken nieuwe besluiten te nemen, rekening houdend met de uitspraak. Tevens worden de proceskosten van eiseressen vergoed.