ECLI:NL:RBDHA:2025:18336

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
17 juli 2025
Publicatiedatum
6 oktober 2025
Zaaknummer
NL24.36667
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak met betrekking tot machtiging tot voorlopig verblijf

In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op het verzoek om een voorlopige voorziening van de verzoeker, die een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) heeft aangevraagd in het kader van nareis. De aanvraag is door de Minister van Asiel en Migratie afgewezen met een primair besluit op 19 juni 2023. Na bezwaar van de verzoeker heeft de minister het bestreden besluit op 26 augustus 2024 gehandhaafd. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld. De zitting vond plaats op 5 juni 2025, waarbij de gemachtigde van de minister aanwezig was, maar de gemachtigde van verzoeker en de referente zich afmeldden.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Dit besluit is genomen omdat de rechtbank in een eerdere uitspraak, zaaknummer NL24.36666, het beroep van verzoeker ongegrond heeft verklaard. Hierdoor was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A. Skerka, voorzieningenrechter, en mr. W.J.T. Twijnstra, griffier, en is openbaar uitgesproken op 17 juli 2025. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL24.36667
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , V-nummer: [V-nummer] , verzoeker (gemachtigde: mr. D. van Elp),

en

de Minister van Asiel en Migratie, (gemachtigde: R. Bekker).

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker.
2. De minister heeft met het primaire besluit van 19 juni 2023 de aanvraag van verzoeker voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) in het kader van nareis afgewezen. Met het bestreden besluit van 26 augustus 2024 op het bezwaar van verzoeker is de minister bij de afwijzing gebleven. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld.
3. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 5 juni 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van de minister. De gemachtigde van verzoeker en referente hebben zich afgemeld voor de zitting.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

4. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.36666, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep en het beroep ongegrond verklaard. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig.

Conclusie en gevolgen

5. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A. Skerka, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. W.J.T. Twijnstra, griffier.
Uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
17 juli 2025

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.