ECLI:NL:RBDHA:2025:18322
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onterecht opgelegde naheffingsaanslag parkeerbelasting en onderzoeksplicht van de parkeerder
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 september 2025 uitspraak gedaan in een geschil over een naheffingsaanslag parkeerbelasting. De heffingsambtenaar had op 3 maart 2025 een naheffingsaanslag van € 128,80 opgelegd aan de belanghebbende, omdat deze geen parkeerbelasting had voldaan en geen geldige parkeervergunning had aangemeld. De belanghebbende heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard. Vervolgens heeft de belanghebbende beroep ingesteld bij de rechtbank.
Tijdens de zitting op 28 augustus 2025 heeft de belanghebbende aangevoerd dat zij geen zichtbaar bord met het zonenummer kon vinden op een redelijke afstand van de parkeerplaats. De heffingsambtenaar heeft echter aangetoond dat het zonenummer zichtbaar was, zowel in de Easypark-app als op meerdere borden nabij de geparkeerde auto. De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar aan zijn informatieplicht heeft voldaan en dat de belanghebbende niet heeft voldaan aan haar onderzoeksplicht.
De rechtbank heeft verder overwogen dat de persoonlijke omstandigheden van de belanghebbende, die zij ter zitting heeft aangevoerd, niet kunnen worden aangemerkt als een acute noodsituatie die haar verhinderd heeft om tijdig parkeerbelasting te voldoen. De rechtbank concludeert dat de naheffingsaanslag terecht is opgelegd en verklaart het beroep ongegrond. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen kunnen binnen zes weken hoger beroep instellen bij het gerechtshof Den Haag.