Gronden van de beslissing
Waar gaat deze zaak over?
2. Eiseres is geboren op [geboortedag] 1962 en heeft de Georgische nationaliteit. Eiseres woont sinds 2001 bij haar zoon dhr. [naam] (referent) en diens echtgenote in Nederland. Referent en zijn echtgenote hebben in 2018 een kind gekregen. Eiseres wenst verblijf in Nederland om het recht op familieleven, zoals bedoeld in artikel 8 van het EVRM, uit te oefenen met haar zoon, schoondochter en kleinkind.
Wat heeft verweerder besloten?
3. Verweerder heeft de aanvraag bij het primaire besluit afgewezen, omdat eiseres geen geldige mvv heeft en ook niet vrijgesteld is van het mvv-vereiste. De medische vrijstelling is niet verleend, omdat eiseres haar medische situatie niet met stukken had onderbouwd. Hierdoor heeft het BMAook geen advies kunnen geven. Evenmin is vrijstelling verleend op grond van artikel 8 EVRM, omdat er geen sprake is van familieleven.
4. Na bezwaar is de afwijzing van de aanvraag bij het bestreden besluit gehandhaafd. Daarbij heeft verweerder geen hoorzitting gehouden, omdat hij het bezwaar kennelijk ongegrond acht.
Wat vindt eiseres in beroep?
5. Eiseres is het niet eens met het bestreden besluit. Zij kan niet terugkeren naar Georgië. Zij kan zich daar vanwege haar fysieke en psychische gezondheid niet zelfstandig staande houden en haar zoon kan niet mee om haar daar te begeleiden, want hij heeft hier zijn baan en zijn leven. Verder verblijft eiseres al sinds 2001 in Nederland en heeft zij een bijzondere band met haar zoon en zijn gezin, bij wie zij al die tijd inwoont. In beroep zijn meerdere medische stukken van behandelaren van eiseres overgelegd, waaruit blijkt dat eiseres lijdt aan medische klachten, zoals degeneratieve knieklachten met pijn, depressies, angst en (complexe) post-traumatische stressstoornis.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
6. De rechtbank geeft eiseres gelijk en verklaart het beroep gegrond. Uit het dossier en het verhandelde op zitting volgt dat eiseres, die 64 jaar is, meerdere medische klachten heeft, dat zij slecht ter been is en al 23 jaar bij het gezin van haar zoon inwoont, die haar onderhoudt. Eiseres heeft in beroep meerdere medische stukken overgelegd, die zien op haar gezondheidssituatie van voor het bestreden besluit en geven dan ook een nadere onderbouwing van een eerder ingenomen standpunt. Eiseres stelt deel uit te maken van het gezin van haar zoon en daarvan ook afhankelijk te zijn. Verder heeft zij een hechte band met haar kleinkind. Ook daarvoor heeft zij een begin van bewijslevering geleverd.
7. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat niet reeds op voorhand vaststond dat het bezwaar van eiseres geen andere conclusie kon opleveren dan het primaire besluit. Verweerder heeft het bezwaar dan ook ten onrechte kennelijk ongegrond geacht en heeft ook ten onrechte afgezien van het houden van een hoorzitting in bezwaar. Verweerder was verder niet op zitting aanwezig om een reactie te geven op de beroepsgronden en de vragen van de rechtbank en er is ook geen verweerschrift ingediend. Het bestreden besluit is dan ook in strijd met het motiverings- en zorgvuldigheidsbeginsel en komt voor vernietiging in aanmerking.
8. Het beroep is gegrond. Dat betekent dat het bestreden besluit, inclusief het inreisverbod, wordt vernietigd. De rechtbank draagt verweerder op om met inachtneming van deze uitspraak opnieuw op het bezwaar te beslissen. Daarvoor zal verweerder in ieder geval een hoorzitting met eiseres moeten houden.
9. Eiseres is er op zitting op gewezen dat deze uitspraak niet betekent dat zij definitief mag blijven, maar dat haar de kans wordt geboden om in bezwaar haar beroep op haar medische situatie en haar beroep op het recht op privé- en familieleven nader met stukken of andere bewijsmiddelen te onderbouwen.
10. Er bestaat in dit geval aanleiding om verweerder in de proceskosten te veroordelen. De rechtbank stelt dit bedrag vast op €1.814,- (1 punt voor het beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting, waarde per punt €907,-, wegingsfactor 1) en draagt verweerder op om dit bedrag aan de gemachtigde van eiseres te betalen.
11. Ook zal de rechtbank verweerder gelasten om het griffierecht van €187,- aan de gemachtigde van eiseres te vergoeden.