Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
mr. S. Sleeswijk Visser en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsman mr. T. Kocabas naar voren is gebracht.
2.De tenlastelegging
3.De bewijsbeslissing
4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De strafoplegging
30 april 2024. Hieruit volgt onder meer dat de verdachte bij zijn ouders woont, een progressieve spierziekte heeft waardoor hij grotendeels is afgekeurd om te werken en een uitkering ontvangt. Ook volgt hieruit dat er sterke aanwijzingen zijn dat sprake is van problematiek op het gebied van middelen, sociaal netwerk, psychosociaal functioneren en de houding van verdachte. Omdat hij echter niet meewerkt met de reclassering kan er geen volledige risico inschatting worden gemaakt. De reclassering spreekt van een hoog recidiverisico. De reclassering adviseert bij veroordeling van de verdachte hem op te leggen een deels voorwaardelijke straf met als bijzondere voorwaarden een meldplicht, ambulante behandeling met de mogelijkheid tot een kortdurende klinische opname, een contactverbod, geen andere huisvesting zonder toestemming, meewerken met middelencontrole en het vermijden van contact met minderjarigen.
7.De vordering van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
€ 5.184,42, bestaande uit € 184,42 aan materiële schade en € 5.000,- aan immateriële schade.
8.De toepasselijke wetsartikelen
9.De beslissing
TIEN (10) WEKEN;
TWEE (2) WEKEN, niet zal worden tenuitvoergelegd onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op twee jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
180 UREN;
90 DAGEN;
€ 5.148,42 vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 5 januari 2023 tot de dag waarop dit bedrag is betaald
;