AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvragen met dwangsom en proceskostenvergoeding
Op 30 september 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarbij eisers, vertegenwoordigd door mr. H.A.C. Klein Hesselink, beroep hebben ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op hun asielaanvragen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat de ingebrekestelling correct is. De beroepen zijn gegrond verklaard, en de rechtbank heeft de minister van Asiel en Migratie opgedragen om binnen twee weken na verzending van de uitspraak een besluit te nemen. Tevens is er een rechterlijke dwangsom opgelegd van € 100 per dag, met een maximum van € 15.000, voor elke dag dat de minister de termijn overschrijdt. De rechtbank heeft ook proceskosten toegewezen aan de eisers, tot een bedrag van € 453,50. De uitspraak is gedaan zonder zitting en openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie. De rechtbank heeft in haar overwegingen verwezen naar relevante wetgeving en eerdere uitspraken, en heeft benadrukt dat de beslistermijnen voor asielaanvragen strikt moeten worden nageleefd.
Voetnoten
1.Voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
2.Op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
3.Op grond van artikel 6:2, aanhef en onder b, in samenhang met artikel 7:1, eerste lid, aanhef en onder f, van de Awb.
4.Artikel 6:12, tweede lid, van de Awb.
5.Besluit van 26 januari 2023, nummer WBV 2023/3, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000; gepubliceerd in Staatscourant 2023 nr. 3235.
6.Op grond van artikel 42, vierde lid, aanhef en onder b, van de Vw.
8.Besluit van 27 december 2023, nummer WBV 2023/26, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000; gepubliceerd in de Staatscourant 2024, 473.
9.Besluit van 14 januari 2025, nummer WBV 2025/4, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000; gepubliceerd in de Staatscourant 2025, 1161.
11.Artikel 8:55d, eerste lid, van de Awb.
12.Artikel 8:55d, eerste en derde lid, van de Awb.
13.Op grond van artikel 8:55d, tweede lid, van de Awb.
14.Op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht.