ECLI:NL:RBDHA:2025:17945
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake asielaanvraag door overschrijding van de beslistermijn
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, uitspraak gedaan over een beroep dat door eiser is ingediend tegen de minister van Asiel en Migratie. Eiser had op 27 december 2023 een asielaanvraag ingediend, maar de minister heeft niet tijdig beslist. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn om op de aanvraag te beslissen is verstreken. Eiser heeft de minister na het verstrijken van de termijn verzocht om alsnog binnen twee weken te beslissen, maar deze termijn begon pas op 21 juni 2025. De rechtbank concludeert dat de beslistermijn op 5 juli 2025 is verstreken en dat het beroepschrift op 4 juli 2025 is ingediend, wat betekent dat het beroep prematuur is ingediend.
De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep niet-ontvankelijk is, omdat het niet voldoet aan de vereisten voor het indienen van een beroep tegen het niet tijdig beslissen. De minister hoeft de proceskosten niet aan eiser te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, rechter, in aanwezigheid van K.D.M. Nijholt, griffier, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Eiser heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na de bekendmaking van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak.