ECLI:NL:RBDHA:2025:17918

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 september 2025
Publicatiedatum
30 september 2025
Zaaknummer
NL25.33616
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van een Sierra Leoonse homoseksuele man op basis van ongeloofwaardige identiteit en geaardheid

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser, een man van Sierra Leoonse afkomst, tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de minister van Asiel en Migratie. Eiser heeft op 17 augustus 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, maar deze is op 17 juli 2025 afgewezen als ongegrond. De rechtbank heeft de zaak op 11 september 2025 behandeld, waarbij eiser, zijn gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van verweerder aanwezig waren.

Eiser heeft verklaard homoseksueel te zijn en heeft problemen ondervonden in Sierra Leone vanwege zijn geaardheid. Hij werd mishandeld door de familie van zijn vriend na betrapt te zijn tijdens gemeenschap. De rechtbank oordeelt dat de minister de identiteit van eiser ongeloofwaardig mocht vinden, omdat hij geen identificerende documenten heeft overgelegd en geen goede verklaring heeft gegeven voor het ontbreken daarvan. Ook de verklaringen over zijn homoseksuele geaardheid werden door de minister als ongeloofwaardig beoordeeld, omdat deze niet samenhangend en aannemelijk waren.

De rechtbank concludeert dat de minister voldoende rekening heeft gehouden met het referentiekader van eiser, maar dat de verklaringen van eiser niet voldoende diepgang en inzicht boden in zijn situatie en gevoelens. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.33616

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , V-nummer: [v-nummer] , eiser

(gemachtigde: mr. K. Mohasselzadeh),
en

de minister van Asiel en Migratie, verweerder

(gemachtigde: [naam 1] ).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag.
1.1.
Eiser heeft op 17 augustus 2023 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. Verweerder heeft met het bestreden besluit van 17 juli 2025 deze aanvraag in de algemene procedure afgewezen als ongegrond.
1.2.
De rechtbank heeft het beroep op 11 september 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser, zijn gemachtigde, J. Ibrahim als tolk en de gemachtigde van verweerder.

Beoordeling door de rechtbank

Waar gaat deze zaak over?
Asielrelaas
2. Eiser heeft de Sierra Leoonse nationaliteit en is geboren op [geboortedatum] 1988. Eiser heeft verklaard dat hij homoseksueel is. Eiser en zijn vriend zijn betrapt door een oom van zijn vriend toen zij gemeenschap hadden. Daarop is eiser mishandeld en opgesloten door de familie van zijn vriend. Eiser wist te ontsnappen en Sierra Leone te verlaten.
Het bestreden besluit
3. Het asielrelaas bevat volgens verweerder de volgende asielmotieven:
eisers identiteit, nationaliteit en herkomst (ook wel het eerste asielmotief);
eisers homoseksuele gerichtheid en hieruit voortkomende problemen (ook wel het tweede asielmotief).
3.1.
Verweerder vindt eisers identiteit niet geloofwaardig, omdat hij geen identificerende documenten heeft overgelegd en daar geen goede verklaring voor heeft. [1] Verweerder vindt eisers nationaliteit en herkomst wel geloofwaardig. Verder wordt het tweede asielmotief niet geloofwaardig geacht, omdat eisers verklaringen geen samenhangend en aannemelijk geheel vormen. [2] Verweerder vindt verder dat eiser bij terugkeer naar Sierra Leone geen gegronde vrees voor vervolging heeft en geen reëel risico loopt op ernstige schade als bedoeld in artikel 3 van het EVRM. [3]
Wat vindt eiser in beroep?
4. Eiser is het niet eens met het bestreden besluit en voert – kort samengevat – het volgende aan. Allereerst voert eiser aan dat hij er bewust voor heeft gekozen om geen identificerende documenten op te vragen bij de Sierra Leoonse autoriteiten, omdat zijn familie en partner [naam 2] daardoor in de problemen kunnen komen. Ook vindt eiser dat verweerder hem moest helpen bij het vaststellen van zijn identiteit. Verder voert eiser aan dat zijn homoseksuele geaardheid ten onrechte ongeloofwaardig is geacht. Volgens eiser kunnen geen persoonlijkere en inzichtelijkere verklaringen van hem worden verwacht. Daarnaast blijkt diepgang uit het feit dat eiser nog altijd samen is met [naam 2] en wordt niet elke lange relatie gekenmerkt door verbale en romantische expressie. Ook is eiser van mening dat hij wel inzichtelijk heeft gemaakt hoe hij zich voelt als onderdeel van “ [organisatie] ”. Daarnaast voert eiser aan dat de betrapping ten onrechte ongeloofwaardig is geacht, omdat iemand in een geheime relatie niet steeds rationeel handelt. Eiser heeft op 10 september 2025 een rapport opgesteld door de heer [naam 3] van LGBT Asylum Support overgelegd. In het rapport wordt vooral betoogd dat verweerder eisers referentiekader niet kenbaar heeft meegenomen bij de beoordeling van zijn verklaringen.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
5. De rechtbank is van oordeel dat het beroep ongegrond is. Hieronder legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel is gekomen.
Mocht verweerder eisers identiteit ongeloofwaardig vinden?
6. De rechtbank is van oordeel dat verweerder eisers identiteit ongeloofwaardig mocht vinden, omdat eiser geen documenten heeft overgelegd die zijn identiteit onderbouwen en daar geen goede verklaring voor heeft.
6.1.
Verweerder heeft van belang mogen achten dat eiser al een geruime tijd in Nederland is en onvoldoende inspanning heeft verricht om aan identificerende documenten te komen. Dat eiser geen documenten wil opvragen bij de Sierra Leoonse autoriteiten omdat zijn familie of partner in de problemen zouden kunnen komen, is geen verschoonbare verklaring nu niet nader is onderbouwd dat zijn familie of partner hiervan op de hoogte zullen worden gebracht. Ook tijdens de zitting heeft eiser dit onvoldoende weten te onderbouwen. Daarnaast is niet gebleken dat eiser op enige andere wijze heeft geprobeerd om aan documenten te komen waarmee hij zijn identiteit kan aantonen. Verweerder kan dit eiser aanrekenen, nu uit eisers verklaringen blijkt dat hij nog in contact staat met zijn broertje in Sierra Leone. Eisers betoog ter zitting dat zijn broertje bang is om hem te helpen omdat homoseksualiteit taboe is in Sierra Leone, slaagt volgens de rechtbank niet nu eiser ook heeft verklaard dat hij niet weet of zijn broertje op de hoogte is van zijn homoseksuele geaardheid. [4] Dat verweerder volgens eiser had moeten helpen om zijn identiteit vast te stellen, volgt de rechtbank niet nu het in eerste instantie aan de vreemdeling is om alle belangrijke documenten zo snel mogelijk naar voren te brengen. [5]
Mocht verweerder het tweede asielmotief ongeloofwaardig vinden?
7. De rechtbank is van oordeel dat verweerder het tweede asielmotief ongeloofwaardig mocht vinden, omdat eisers verklaringen geen samenhangend en aannemelijk geheel vormen.
7.1.
Zo heeft verweerder mogen tegenwerpen dat eiser oppervlakkig heeft verklaard over hoe hij achter zijn homoseksuele geaardheid is gekomen. Eiser is meerdere malen in de gelegenheid gesteld om te vertellen hoe hij er achter kwam dat hij op jongens valt en wat hij daarbij voelde. Eiser heeft daarop enkel verklaard dat hij in de buurt van jongens een erectie kreeg en dat er geen andere gevoelens speelden. [6] Verweerder heeft van eiser mogen verwachten dat hij inzichtelijk kan verklaren over de ontdekking van zijn geaardheid, met name omdat eiser al geruime tijd bekend is met zijn geaardheid, heeft aangegeven dat hij het oké vindt om over zijn gevoelens te praten en zich in een gemeenschap begeeft waarin hij opener is. [7]
7.2.
Ook heeft verweerder zich op het standpunt mogen stellen dat eiser ontwijkend en oppervlakkig heeft verklaard over zijn leven als homoseksuele man. Daarbij heeft verweerder mogen betrekken dat eiser ontwijkend heeft geantwoord op de vragen hoe het voor hem was om er achter te komen dat hij op mannen valt in een land waar homoseksualiteit verboden is en welke vragen er door zijn hoofd gingen toen hij achter zijn geaardheid kwam. [8] Verweerder heeft verder van belang mogen achten dat eiser kan verklaren dat hij bang was toen hij zijn geaardheid moest verbergen, maar dat hij niet kan concretiseren waar hij precies bang voor was. [9]
7.3.
Verder heeft verweerder mogen vinden dat eiser onduidelijk heeft verklaard over [naam 2] en hun relatie niet inzichtelijk heeft gemaakt. Daarbij heeft verweerder mogen betrekken dat eiser ontwijkend en oppervlakkig heeft geantwoord als aan hem wordt gevraagd wat hij aantrekkelijk vindt aan [naam 2] en waaruit blijkt dat hij van hem houdt. Eiser heeft namelijk enkel verklaard dat zij elkaar lang kennen, elkaar begrijpen, altijd samen waren en hij [naam 2] mist. [10] Voorgaande verklaringen geven ook geen blijk van een liefdesrelatie, nu hier ook sprake van kan zijn binnen een vriendschap. Eisers stelling in de beroepsgronden dat niet elke relatie wordt gekenmerkt door verbale of romantische expressie, leidt volgens de rechtbank niet tot een ander oordeel nu verweerder dat ook niet van eiser verwacht. Gezien het feit dat eiser en [naam 2] al ruim 20 jaar een liefdesrelatie hebben, mocht verweerder echter wel van eiser verwachten dat hij gedetailleerder kon vertellen wat hem aantrekt in [naam 2] , waarom hij van hem houdt en wat de bijzondere momenten uit hun relatie waren.
7.4.
Eisers betoog dat er geen persoonlijkere en inzichtelijkere verklaringen van hem verwacht mogen worden omdat hij jarenlang is onderdrukt, slaagt niet. Gezien het feit dat eiser 12 jaar oud was op het moment dat hij achter zijn homoseksuele geaardheid kwam, reeds 20 jaar een homoseksuele relatie heeft en uit een land komt waar zijn geaardheid niet geaccepteerd wordt, mag worden verwacht dat hij uitgebreider kan verklaren over zijn gedachten en gevoelens ten aanzien van zijn homoseksuele geaardheid. Dat uit het MedTadvies volgt dat eiser problemen heeft met zijn concentratie en prikkelverwerking en diepgang in een kort gehoor daardoor onrealistisch is, maakt voorgaande niet anders nu uit het gehoorrapport blijkt dat hier voldoende rekening mee is gehouden. Zo zijn er korte en eenvoudige vragen gesteld en zijn vragen zo nodig herhaald en uitgelegd. Bovendien heeft eiser desgevraagd aangegeven dat hij goed uitgerust was om het nader gehoor te laten plaatsvinden. [11] Ook volgt uit het MedTadvies niet dat eiser in zijn geheel niet over zijn gedachten en gevoelens ten aanzien van zijn homoseksuele geaardheid kan verklaren.
7.5.
Verweerder heeft verder mogen tegenwerpen dat eiser oppervlakkig heeft verklaard over zijn activiteiten in Nederland en wat deze voor hem betekenen. Eiser heeft verklaard dat hij lid is van de LHBTI-organisatie “ [organisatie] ”, naar LHBTI-programma’s gaat en samen met anderen thee drinkt en rondloopt bij de brug en het treinstation. Als gevraagd wordt waarom hij daar naartoe gaat, verklaart hij dat hij zich blij voelt als hij daar naartoe gaat. Desgevraagd geeft eiser aan dat het hem blij maakt, omdat hij hier de vrijheid heeft om zijn leven te leiden en kan zijn wie hij wil zijn. [12] Verweerder heeft voorgaande verklaringen als oppervlakkig mogen bestempelen, nu dit weinig inzicht geeft in wat het voor eiser betekent om actief te kunnen zijn binnen een LHBTI-organisatie. Verweerder heeft daarom in de foto’s van eisers deelname aan LHBTI-programma’s die zijn toegevoegd aan de correcties en aanvullingen en het LGBT Asylum Support geen aanleiding hoeven zien om de homoseksuele geaardheid alsnog geloofwaardig te achten. In LHBTI-zaken ligt immers het zwaartepunt van de geloofwaardigheidsbeoordeling bij het persoonlijke en authentieke verhaal van de vreemdeling.
7.6.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder de betrapping van eiser en zijn partner [naam 2] ongeloofwaardig mogen vinden. Verweerder heeft daarbij van belang kunnen achten dat eiser in een land is opgegroeid waar homoseksualiteit niet geaccepteerd is en derhalve niet valt in te zien waarom eiser een dergelijk groot risico nam door thuis bij [naam 2] gemeenschap met hem te hebben. Te meer nu uit de verklaringen van eiser volgt dat het huis van [naam 2] in een politiekazerne was en zijn vader een hoge politieofficier was. Eisers stelling dat iemand in een geheime, verboden relatie niet steeds rationeel en berekenend handelt, biedt daartoe onvoldoende verklaring.
Heeft verweerder voldoende rekening gehouden met eisers referentiekader?
8. De rechtbank is van oordeel dat verweerder, anders dan wordt gesteld in het LGBT Asylum Support rapport, voldoende kenbaar rekening heeft gehouden met eisers referentiekader.
8.1.
Verweerder heeft in de besluitvorming op meerdere punten uiteengezet waarom er, gezien eisers referentiekader, meer van hem verwacht mag worden. Verweerder heeft er op mogen wijzen dat eiser geruime tijd bekend is met zijn homoseksuele geaardheid, al ruim 20 jaar een liefdesrelatie heeft met een man en weliswaar uit een land komt waar homoseksualiteit taboe is, maar ook aangeeft dat hij het nu oké vindt om opener over zijn geaardheid te praten. De rechtbank acht het, rekening houden met het referentiekader, niet onredelijk dat verweerder van eiser een bepaalde diepgang verwacht in zijn verklaringen over zijn gedachten en gevoelens ten aanzien van zijn homoseksuele geaardheid.
8.2.
Verweerder heeft zich ter zitting bovendien op het standpunt kunnen stellen dat het LGBT Asylum Support rapport geen deskundigenrapport is, maar een derde verklaring waar geringe waarde aan gehecht kan worden. [13] Verweerder heeft in het rapport daarom geen aanleiding hoeven zien om zijn geloofwaardigheidsoordeel te wijzigen.

Conclusie en gevolgen

9. De rechtbank komt tot de conclusie dat verweerder de aanvraag van eiser terecht ongegrond heeft verklaard. Het beroep is ongegrond.
10. Omdat op het beroep is beslist, bestaat er geen aanleiding meer voor het treffen van een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter wijst het verzoek daarom af.
11. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J. Holleman, rechter, in aanwezigheid van mr. S.M.H. van der Velden, griffier.
De beslissing is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak op het beroep, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen een week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Artikel 31, zesde lid, onder b, Vreemdelingenwet 2000 (Vw).
2.Artikel 31, zesde lid, onder c, Vw.
3.Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.
4.Nader gehoor van 1 juli 2025, p. 21.
5.Werkinstructie 2024/6 Geloofwaardigheidsbeoordeling (asiel) van 1 juli 2024, p. 2.
6.Nader gehoor van 1 juli 2025, p. 11.
7.Nader gehoor van 1 juli 2025, p. 10.
8.Nader gehoor van 1 juli 2025, p. 11.
9.Nader gehoor van 1 juli 2025, p. 12.
10.Nader gehoor van 1 juli 2025, p. 11.
11.Nader gehoor van 1 juli 2025, p. 3.
12.Nader gehoor van 1 juli 2025, p. 14 en 15.
13.Zie uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Haarlem, van 17 maart 2025, ECLI:NL:RBDHA:2025:12639, r.o. 6.