10.De beslissing
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven onder 3.4. bewezen is verklaard;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en dat het bewezen verklaarde uitmaakt:
ten aanzien van feit 1 op dagvaarding I (09-381390-24):
ten aanzien van feit 2 op dagvaarding I (09-381390-24):
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
ten aanzien van het feit op dagvaarding II (09-358598-24):
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen;
ten aanzien van feit 1 op dagvaarding III (09-380966-24):
in een woning bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringen;
ten aanzien van feit 2 op dagvaarding III (09-380966-24):
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen;
verklaart de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot:
een
gevangenisstrafvoor de duur van
232 (TWEEHONDERDTWEEËNDERTIG) DAGEN;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk gedeelte van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
bepaalt dat een gedeelte van die straf, groot
30 (DERTIG) DAGEN, niet zal worden tenuitvoergelegd onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op twee jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
en onder de bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich meldt binnen 5 dagen na het ingaan van de proeftijd bij GGZ reclassering Fivoor op het adres Johanna Westerdijkplein 40 te Den haag. De veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
- actief deelneemt aan de gedragsinterventie leefstijltraining of een andere gedragsinterventie die gericht is op verslaving en middelengebruik. De reclassering bepaalt welke training het precies wordt. De veroordeelde houdt zich aan de afspraken en aanwijzingen van de trainer/begeleider;
- zich laat behandelen door het ambulant centrum van Fivoor of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start zo spoedig als mogelijk. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt.
Bij een terugval in middelengebruik of verslechtering van het psychiatrische ziektebeeld kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende opname voor crisisbehandeling, detoxificatie, stabilisatie, observatie of diagnostiek. Als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende opname indiceert, zal de veroordeelde zich, na goedkeuring door de rechter, laten opnemen in een zorginstelling voor zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De
justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing in forensische zorg, bepaalt in welke zorginstelling de opname plaatsvindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorginstelling dat nodig vindt;
- verblijft bij [accommodatie] of een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf is inmiddels al gestart. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld.
- meewerkt aan controle van het gebruik van alcohol en drugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak de veroordeelde wordt gecontroleerd;
geeft opdracht aan GGZ Fivoor Den Haag tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
legt op de maatregel dat de veroordeelde zich voor de duur van 2 (twee) jaren niet zal ophouden in een straal van 100 meter van de volgende locaties:
- [adres 3] te Den Haag ( [bedrijfsnaam] );
- [adres 2] te Den Haag (woning [aangever] );
- [adres 4] te Den Haag (woning [slachtoffer] );
beveelt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 14 (veertien) dagen voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan, met een maximum van in totaal 6 (zes) maanden;
toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet op;
legt op de maatregel dat de veroordeelde voor de duur van 2 (twee) jaren op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met:
- [aangever] , geboren op [geboortedatum 2] 1971;
- [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 3] 1979;
beveelt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 14 (veertien) dagen voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan, met een maximum van in totaal 6 (zes) maanden;
toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet op;
beveelt dat bovengenoemde bijzondere voorwaarden, het - op grond van artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht - uit te oefenen toezicht en de op grond van artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht opgelegde maatregelen dadelijk uitvoerbaar zijn;
heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van de veroordeelde;
verstaat dat er door [aangever] geen vordering tot schadevergoeding is ingediend;
wijst af de vordering tot tenuitvoerlegging van de straf, voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter in de rechtbank te Rotterdam d.d. 27 januari 2023, gewezen onder parketnummers 10-019607-23.
Dit vonnis is gewezen door
mr. A.J. Nederhoed, voorzitter,
mr. M.L. Harmsen, rechter,
mr. F. Bouman, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. I.C. Melieste, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 24 september 2024.
Op dagvaarding I, met parketnummer 09/381390-24:
1
hij op of omstreeks 30 november 2024 te 's-Gravenhage
[aangever] heeft mishandeld door die [aangever] een of meermalen tegen zijn
hoofd en/of lichaam te slaan en/of te stompen en/of door in de vinger van die [aangever]
te bijten;
2
hij in of omstreeks de periode 30 november 2024 tot en met 4 december 2024 te
's-Gravenhage
[aangever] heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, middels
opsporingsambtenaren (die hem gehoord hebben), door dreigend de woorden toe
te voegen "Ik wil hem dood maken" en/of "Ik wil hem gewoon klaar hij heeft genoeg
geleefd" en/of "Ik ga maken, ik ga maken, ik ga laatste dagen maken van hem",
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
op dagvaarding II, met parketnummer 09/358598-24:
hij op of omstreeks 11 november 2024 te 's-Gravenhage
opzettelijk en wederrechtelijk een ruit (van een bestelbus), in elk geval enig goed,
dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n)
heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
op dagvaarding III, met parketnummer 09/380966-24 (na wijziging ttz.):
1.
hij op of omstreeks 28 november 2024 te ’s-Gravenhage, althans in Nederland,
in de woning en/of het besloten lokaal en/of het besloten erf ( [adres 2] te ’s-Gravenhage),
bij een ander, te weten bij dhr. [aangever] , althans bij een ander of anderen dan bij verdachte, in gebruik, wederrechtelijk is binnengedrongen;
2
hij op of omstreeks 28 november 2024 te 's-Gravenhage, althans in Nederland,
opzettelijk en wederrechtelijk de ruit, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten
dele aan [aangever] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield,
beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt.
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en).
Bewijsmiddelen dagvaarding I (parketnummer 09-381390-24)
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500-2024387385 van de politie eenheid Den Haag, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 46).
De rechtbank gebruikt voor
feit 1de volgende bewijsmiddelen:
1. Het proces-verbaal van aangifte van [aangever] , opgemaakt op 30 november 2024, voor zover inhoudende (p. 5-17):
Plaats delict : [straatnaam] , ’s-Gravenhage
Ik ben eigenaar van de Roti shop. Ik heb eerder aangifte gedaan tegen deze man omdat hij in mijn huis heeft ingebroken. Ik weet niet precies zijn naam, maar het is iets als [de verdachte] .
Op 30 november 2024 zag ik dat er een man buiten stond voor mijn winkel. Ik zag en voelde dat hij mij op mijn hoofd sloeg met zijn vuisten. Ik voelde dat hij dit meerdere malen deed. Ik voelde hevige pijn aan mijn hoofd. Hij pakte mijn rechterwijsvinger in zijn mond en ik voelde dat hij hierin beet.
2. Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige] , opgemaakt op 30 november 2024, voor zover inhoudende (p. 34-35):
30 november 2024 liep ik over de [straatnaam] te Den Haag. Ik zag twee mannen elkaar vasthouden. Ik zag dat de ene man de eigenaar van de Rotishop was. Ik zag dat de voor mij onbekende man de eigenaar van de winkel sloeg met zijn vuisten.
3. Het proces-verbaal van aanhouding verdachte, opgemaakt op 30 november 2024, voor zover inhoudende (p. 18-25):
Op zaterdag 30 november 2024, werd door mij op de locatie [straatnaam] 's-Gravenhage, aangehouden als verdachte:
Achternaam : [de verdachte]
Voornamen : [voornaam verdachte]
Geboren : [geboortedatum 1] 1987
Geboorteplaats : [geboorteplaats] in India
Op 30 november 2024 kwam ik ter plaatse op de [straatnaam] , ter hoogte van de Roti Shop. Ik zag twee mannen staan op de stoep, waarvan één van de twee mannen bloed op zijn hand en hoofd had. Deze man wordt later slachtoffer genoemd. Ik zag dat een andere man tegenover het slachtoffer stond, later genoemd verdachte. Ik zag dat de verdachte met gebalde vuisten stond en strak voor zich uit bleef kijken. Ik zag dat het slachtoffer bloed had op zijn hoofd en zijn rechterhand.
4. De verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 13 maart 2025, voor zover inhoudende:
U vraagt naar de feiten met pleegdatum 30 november 2024. Ik ging vechten. U laat een foto van zijn gewonde vinger zien. Die heb ik toevallig in m’n mond gedaan.
De rechtbank gebruikt voor
feit 2de volgende bewijsmiddelen:
5. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte, opgemaakt op 30 november 2024, voor zover inhoudende (p. 36-40):
Op zaterdag 30 november 2024 werd door ons in ' s-Gravenhage gehoord:
Achternaam : [de verdachte]
Voornamen : [voornaam verdachte]
Geboren : [geboortedatum 1] 1987
Geboorteplaats : [geboorteplaats] in India
A: [aangever] , klootzak ik wil hem doodmaken. Ik wil hem gewoon klaar hij heeft genoeg geleefd. Ik ga maken, ik ga maken, ik ga laatste dagen maken van hem.
6. Het aanvullend proces-verbaal met registratienummer PL1500-2024391034 (doorgenummerd pagina’s 1 t/m 6), opgemaakt op 3 december 2024, voor zover inhoudende (p. 2-3):
In opdracht van de officier van justitie mr. R. Schiphuis is er telefonisch contact
geweest met de aangever [aangever] . In het verdachte verhoor bedreigd de verdachte de aangever. Nadat de aangever op de hoogte was gesteld van de bedreigingen wilde hij aangifte doen.
Opsomming bewijsmiddelen dagvaarding II (parketnummer 09-358598-24)
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500-2024365786 van de politie eenheid Den Haag, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 31).
7. Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , opgemaakt op 11 november 2024 (p. 5-13);
8. De bekennende verklaring in het proces-verbaal van verhoor van verdachte, opgemaakt op 11 november 2024, (p. 23-28).
Opsomming bewijsmiddelen dagvaarding III (parketnummer 09-380966-24)
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500-2024386000 van de politie eenheid Den Haag, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 38).
De rechtbank gebruikt voor
feit 1de volgende bewijsmiddelen:
9. Het proces-verbaal van aanhouding verdachte, opgemaakt op 30 november 2024 (p. 15-16);
10. De bekennende verklaring in het proces-verbaal van verhoor van verdachte, opgemaakt op 28 november 2024 (p. 29-36).
De rechtbank gebruikt voor
feit 2de volgende bewijsmiddelen:
11. Het proces-verbaal van aangifte van [aangever] , opgemaakt op 29 november 2024 (p. 5-13);
12. De bekennende verklaring in het proces-verbaal van verhoor van verdachte, opgemaakt op 28 november 2024 (p. 29-36).