Uitspraak
uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.52060
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], V-nummer: [V-nummer] , eiser
(gemachtigde: mr. S.A.S. Jansen),
en
de Minister van Asiel en Migratie, de minister
(gemachtigde: mr. J. van Raak).
Procesverloop
Bij brief van 19 december 2024 heeft de minister aan verzoeker bekendgemaakt te hebben besloten tot het verlengen van de overdrachtstermijn voor de overdracht van verzoeker aan Duitsland (hierna: het verlengingsbesluit). De verlenging is geschied op grond van artikel 29, tweede lid, van de Dublinverordening.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak NL24.52059, op 14 januari 2025 op zitting behandeld. Verzoeker heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Overwegingen
1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.52059, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.H. Lange, rechter, in aanwezigheid van S.N. Lekatompessij, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
06 februari 2025