ECLI:NL:RBDHA:2025:178
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep tegen het niet tijdig beslissen op een asielaanvraag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, wordt het beroep van eiser tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag behandeld. Eiser heeft zijn aanvraag ingediend op 7 juli 2022, waarna de beslistermijn op 5 april 2023 is gaan lopen. De verlengde beslistermijn van vijftien maanden eindigde op 5 juli 2024. Eiser heeft op 27 december 2023 een eerste beroep ingediend, maar dit werd niet-ontvankelijk verklaard omdat de beslistermijn nog niet was verstreken. Eiser heeft de minister op 14 oktober 2024 in gebreke gesteld en op 22 oktober 2024 een opvolgend beroep ingediend. Dit beroep voldoet echter niet aan de vereisten, omdat de termijn van twee weken na de ingebrekestelling nog niet was verstreken.
De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Dit is gebaseerd op de bepalingen in de Algemene wet bestuursrecht (Awb), die stellen dat het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, rechter, en openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Eiser heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na de bekendmaking van deze uitspraak een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak.